Geld maakt (niet) gelukkig
-
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Door een podcast begonnen met pensioenbeleggen’
-
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Ik betaal me scheel aan de kinderopvang’
-
Geld maakt niet gelukkig: ‘Eerste verjaardag van mijn kind kostte 2000 euro’
-
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Het is geen pretje om elk dubbeltje te moeten omdraaien’
-
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Heb niet eens geld om een koffietje te kopen’
-
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Ik ben mijn huis kwijtgeraakt’
-
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Ik verdien 1800 euro netto per maand’
-
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Er was een tijd met 70.000 euro schuld’
-
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Ik spaar 800 euro per maand’
-
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Ik heb mezelf bewust dakloos gemaakt’
-
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Soms koop ik schoenen voor 500 euro’
-
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Ik had nog 3,97 euro op mijn rekening’