Julia Osendarp
Julia Osendarp Binnenland 2 mei 2024
Leestijd: 3 minuten

‘Voor jongere generatie is wonen onbetaalbaar geworden’, maar er is een manier waarop het wél lukt

Twintigers en dertigers kunnen in deze tijd niet zomaar een huis kopen. En toch klinkt nog wel het verwijt dat de generatie millennials en Gen Z ‘lui’ en ‘verwend’ zijn en hun geld te veel uitgeven aan onbelangrijke luxe zaken. Maar uit een berekening blijkt dat millennials met hard werken en sparen niet per se veel dichterbij een koophuis komen. Met rijke ouders daarentegen wel.

Millennials zijn tussen de 28 en 43 jaar. Gevolgd door Gen Z, die nu tussen de 18 en 27 jaar zijn. En vooral de oudere generatie laat nog weleens blijken dat zij denken dat die jonge generatie niet meer weet wat hard werken is, verwend gedrag vertoont en te veel geld uitgeven aan onbelangrijke luxe-zaken. En dat zouden dan ook allemaal redenen zijn waarom deze generatie geen huis kan kopen.

‘Millennials moeten minder uitgeven, sparen en harder werken’

De Correspondent-journalist Simon van Teutem zocht dat uit. Hij rekende uit wat het besparen op horeca-uitgaven of de ‘koffie to go’ zou doen. En die besparingen bleken niet de oplossing voor de aanschaf van een koophuis. „Wat je uitgeeft aan koffie en avocado toast is een druppel op een gloeiende plaat”, schrijft hij.

Ook moeten die millennials (als we de boomers mogen geloven) ‘gewoon harder werken’ voor een koopwoning. Maar volgens Van Teutem werken Nederlanders vandaag de dag bij elkaar opgeteld gemiddeld meer uren dan ooit tevoren. Millennials werken gemiddeld 33 uur per week. Zou je daar een 40-urige werkweek van maken? Dan verdient de millennial gemiddeld 8554 euro meer per jaar. „Gezien de huidige huizenprijzen maakt zo’n bedrag echt het verschil niet”, aldus Van Teutem.

Prijzen koophuis drastisch veranderd

Uit zijn berekeningen concludeert de De Correspondent-journalist dat sparen, meer werken en minder uitgeven financieel gezien heus loont. Maar de financiële uitdaging op de woningmarkt is de afgelopen decennia drastisch veranderd. „Boomers (1941-1955) en generatie X (1956-1970) konden in hun jonge jaren wél een heel eind komen met het mijden van de kroeg en de koffietent. Huizen waren destijds niet een béétje betaalbaarder dan nu – ze waren echt fors goedkoper.”

Dertig jaar geleden kostte een koophuis ongeveer 80.000 euro. In 1993 kostte een koophuis minder dan vier modale jaarsalarissen en in 2023 staat de kooprijs van een huis op 434.000 euro. „Dat is bijna tien keer zoveel als het bruto jaarsalaris van Jan Modaal junior.”

Huis kopen met rijke ouders

Maar hoe doen die dertigers en twintigers die wél een koophuis hebben dat dan? Iets meer dan 70 procent van alle 35-jarigen heeft een koophuis. En daarbij blijkt veelal het vermogen van iemands ouders een belangrijke rol te spelen. „Als de wieg in het huis van rijke ouders stond, is het waarschijnlijk dat het kind later ook een eigen huis heeft. Maar kinderen die opgroeiden in een gezin zonder vermogen, hebben later vaker geen eigen huis in bezit.”

De afgelopen jaren droegen rijke ouders vaak wel een ton bij aan de aankoop van een nieuwe woning. Overigens heeft de boomer-generatie meer vermogen opgebouwd dan elke andere generatie daarvoor. Er ligt dus voor de kinderen met rijkere ouders ook nog een erfenis klaar. „Voor jongere generaties is wonen haast onbetaalbaar geworden, terwijl het fundamenteel is. En wie in de cijfers duikt, ziet dat (veel) te dure huizen en de groeiende ongelijkheid binnen de samenleving daarin de hoofdrol spelen”, concludeert Van Teutem.

Na Gen Z is daar generatie Alpha, zo kun je die herkennen

Relatietherapeut Veronne: ‘Waarom leren we dit nergens?!’

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties