Bijna Zomer
Vrijdag sta ik op zonder concrete plannen, zoals mij niet onbekend is.
Niet vooruit te branden lig ik op de bank, me ondertussen ergerend aan mezelf. Als ik na enige tijd in een slakkentempo ‘in actie kom’ staat er onverwacht een goede vriend aan de deur met verhuisdozen. Nou komt dat even goed uit, want al kan ik me zeer slecht activeren, er moet van alles gedaan worden. Ik heb al geaccepteerd dat er die dag weinig komt van spullen inpakken.
De vriend met verhuisdozen blijft een borrel drinken buiten in de tuin, want de zon schijnt volop. Ik vraag of hij en vrouw lief komen eten en zo zitten we uiteindelijk met een heerlijk wijntje in de zon.
Wat heerlijk, zeggen we tegen elkaar.
Allerlei lekkers
Terwijl ik nog geen idee heb wat ik ga maken voor het eten, kijk ik in de koelkast en allerlei lekkers komt tevoorschijn. Het is zo lekker buiten dat mijn zoontje de kleine pyromaan wel een kampvuur wil bouwen. Een uur later zitten we al kletsend, etend en borrelend bij een prachtig en niet onbelangrijk warm kampvuur.
Ik geniet van de onverwachte gezelligheid en warmte. Mijn zoontje geniet, zie ik aan alles.
Even leun ik achterover; wat kunnen simpele kleine dingen toch gelukkig maken, althans voor dat moment.
Genieten… moet ik vaker doen.