Sportdag spijbelen
Iedereen heeft een aartsvijand: Tom heeft Jerry, honden hebben postbodes, Berry had de gymleraar. Daar had ik op de Havo zoveel ruzie mee, dat de conrector er wekelijks tijd voor reserveerde in zijn agenda.
Een hele sportdag met die gymleraar leek mij daarom net zo aantrekkelijk als het opsnuiven van een bowlingbal. Vier uren achter de Nintendo, even naar het winkelcentrum en langs de orthodontist (expres ingepland op die dag) leken mij een betere dagbesteding. Dappere gevallen strijders uit de bovenbouw hadden de volgende informatie nagelaten: sportdag was de allerlaatste schooldag. Ging je niet dan belde de school tweemaal naar je huistelefoon (mobieltjes waren er gelukkig nog niet). Nam je op dan moest je alsnog komen. Nam je niet op dan wist niemand daar na de zomervakantie nog iets van.
Na mijn ouders te hebben wijsgemaakt dat sportdag was wegbezuinigd (‘Ja pa, inderdaad belachelijk, waar betaal je nog schoolgeld voor’) was mijn plan waterdicht. Op de “sportdag” stapte ik uit bed en begon met warmlopen… met Super Mario. Daarna beoefende ik paardrijden en boogschieten… in The Legend of Zelda. Rond 11:00 uur ging de telefoon en om 11:15 uur nog een keer. Zo, dat hebben we weer gehad. Maar om 11:30 uur ging de telefoon weer en om 11:40 uur nogmaals. Dat bleef doorgaan. Nee hè, de meest fanatieke conrector van het westelijk halfrond werkt op mijn school.
Na een halve ochtend en middag telefoonterreur ging ik met een plaksnor op naar het winkelcentrum. Zo’n fanatiekeling zou wel eens persoonlijk kunnen gaan zoeken. Na de orthodontist bleef het stil en kon ik verder met Super Mario.
Toen mijn ouders thuiskwamen werd ik echter naar beneden geroepen. Daar bleek mijn waterdichte plan toch lek (zoals veel van mijn puberplannen). Een collega van mijn moeder had een zoon in hetzelfde leerjaar en had gevraagd: ‘Zo, Berry ook naar sportdag?’ Mijn moeder antwoordde slim: ‘Eh, nee, die moest naar de orthodontist’. Vervolgens belde ze boos naar huis en werd steeds kwaaier omdat er niet werd opgenomen. Van de 30 telefoontjes waren er dus 28 van mijn moeder! Het resultaat: een Nintendoloze zomervakantie, met verplicht buitenspelen. Daar kon je niet veel anders dan voet- of basketballen, dus had ik zo toch nog ruim 20 sportdagen.
Ah, de eeuwige strijd tegen de aartsvijand. Die van de moderne middelbare scholier is niet meer de gymleraar, maar het schoolregistratiesysteem, waarop ouders zelf kunnen inloggen. Daar zijn heel wat puberplannen op gesneuveld.