De kunst van het participeren.
‘Je moet haar loslaten, je handen van haar aftrekken.’
De ‘haar’ in kwestie was ruim dertig jaar de vriendin van mijn vader. Hij overleed zeven jaar geleden.
Zij bleef achter; achtenzeventig jaar; geen kinderen; geen familie meer en in slechte gezondheid.
Ik ontfermde mij over haar.
Door haar extreem zorg vermijdende gedrag bleek dit een zware opgave. Voor zichzelf zorgen kon ze nauwelijks en toch weigerde ze categorisch alles wat haar aangeboden werd.
Een bezoek aan haar huisarts bracht zij niet en de huisarts niet aan haar.
Er is een vicieuze cirkel ontstaan waarin zij van spoedopname tot spoedopname leeft. Ze lappen haar op waar mogelijk en snel keert ze terug de verwaarlozing in.
Als haar contactpersoon ben ik er in zo’n spoedgeval snel bij; houd haar hand vast tot diep in de nacht; breng haar de nodige en onnodige spulletjes en kom trouw iedere dag op bezoek.
Zo ook toen ze onlangs met een ernstig verwaarloosde longontsteking weer op de SEH belandde. Standaardonderzoeken onthulde meer; borstkanker. Niettegenstaande was ze toch binnen een week weer thuis.
Tijdens een consult bij de oncoloog kwam de volledige diagnose niet als verrassing; door toedoen van haar slechte gezondheid is operatief verwijderen van de tumor niet mogelijk. Tevens zal haar lichaam na twee jaar resistent worden voor de huidige medicatie.
De arts vervolgde: ‘Zolang jij haar contactpersoon bent zal ze niet de juiste zorg krijgen. Stop met zorgen en verzorgen!’
Ze legde haar hand op de mijne als reactie op de traan die over mijn wang rolde.
‘U bedoelt dat ik haar moet laten creperen??’ Ik kijk opzij, naar ‘haar’. Ze glimlacht maar ik weet dat ze ons niet kan verstaan. Een hoopje ellende op een stoel.
‘Zolang er íemand naar haar om kijkt, doen ‘zij’ dat niet. Dát is de participatie maatschappij. De mantelzorgers raken zo volledig opgebrand.’
Vermoeid slaak ik een zucht en hoor de arts nog zeggen dat ze hoopt mij geholpen te hebben.
Ik breng ‘haar’ thuis en geef voor mijn vertrek een judas kus op haar wang.
Dan rijd ik naar Rotterdam om te zorgen voor mijn moeder met haar kakelverse prothese heup.
Nu, drie weken later; de huisarts, alle denkbare stichtingen, de GGD, zelfs de wijkagent hebben haar aan huis bezocht. Hun conclusie: haar toestand is verontrustend, zij kan niet meer zelfstandig wonen. Een zorgplan is opgesteld.
Dat is dus de kunst van het participeren… laten creperen.