De menselijke terrorist

Het is zover; de terreur slaat weer toe. Gewapend met slechts een gestreepte foto laten wij zien dat wij niet zullen zwichten. Dat wij niet zullen buigen. En wij zullen deze lafhartige aanval op de westerse normen en waarden nooit goed praten. Wij de samenleving en de ontwikkelden, nemen afstand van al die doldwaze baardmannen die vrijheid misgunnen en ons niet met rust willen laten tot we zwichten voor het kalifaat.
Aan het plaatsen van bommen en neerschieten van onschuldigen, geef ik geen gehoor. Toch wordt het misschien tijd dat ook ik begin te luisteren. De monsters met Parijs in het geweten, zijn zo niet geboren. Net als zijn medemens is de terrorist van vlees en bloed, het wordt eens tijd dat we dat ons realiseren. Het waren gewone mensen, met normale mensen wensen. Toch is het idee om te moorden in hun hoofd gekropen. Geen enkel normaal mens haalt het in zijn hoofd om dit te doen. Ook is er geen god of profeet die ze deze ongelofelijke wantoestanden in hun oor fluisterde. Ze zijn langzaam verduisterd, totdat de spiegel geen mens meer zag.
Toch ken ik deze mensen niet. Ik heb ze niet de hand geschud, noch heb ik ze diep in de ogen gekeken. Voor mij hebben ze nooit bestaan, tot aan vrijdag de 13e jongst leden. Misschien is dit juist het probleem; ik kijk over mensen heen, ik ben te veel met eigen sores bezig om me ook over de zorgen van anderen te buigen. Mijn medemensen voelen zich niet gehoord en denken dat wapens hun een stem geeft.
Ik moet meer gaan kijken naar de mensen die zich buiten mijn bubbel vertoeven. De burger die ik eet, de schoenen aan mijn voeten en de toilet waar ik op zit, zijn allemaal voor mij geprepareerd door mensen die ik niet ken. Ze wonen in een ander deel van de stad en leven nog verder van mij en mijn bubbel. Misschien wordt het tijd dat ik met ze ga praten, laten zien dat ze er ook voor mij toe doen. Misschien moet ik ze maar gaan bedanken met stem of gebaar. Misschien weten ze dan dat ik zal luisteren, ook al is de Kalasjnikov nog thuis.