Apenkooi
Vandaag zijn er drie mannen met een geel busje met aanhanger gekomen. Ze parkeerden om 8 uur in mijn straat en zijn begonnen een aluminium -stellage in elkaar te zetten: als apen klimmen ze omhoog en omlaag. Fascinerend om te zien hoe volwassen mannen soms weer jongens kunnen zijn.
Het doet me denken aan vroeger: apenkooi. De vrije gym-oefening was voor de jongens een uitlaatklep om het te veel aan spanning kwijt te raken, en voor de meisjes de kans zich snel uit te laten tikken, zodat ze de rest van het uur op de tribunebanken met vriendinnen konden kletsen en naar de zich uitslovende jongens konden kijken. Voor mij was het vol bouwen van de gymzaal met bokken, matten, trampolines en andere apparaten het leukste. Hoe kon je een zo een mooi mogelijk parcours uitzetten.
Ik wachtte geduldig tot de meester de bergkast had geopend en de taken had verdeeld. De sterkste jongens sleepten de bokken en trampolines uit de bergkast, de populairste meisjes legden de matten neer, de verlegen jongen mocht de touwenwand naar het midden van de zaal halen en de "losse clubjes" werden voor de aparte opdrachten ingezet. Ik stond naast de meester en keek hoe zijn plan vorm kreeg. Ik stelde de meester mijn aanpassingen voor en ging na zijn akkoord naar de zwoegers, de slepers en de trekkers en gaf de wijzigingen door
Als alles was klaargezet en de meester de twee jagers aanwees, liep ik linea recta naar de touwenwand in het midden van de zaal, en klom ik in een touw tot ik aan het plafond zat. Dan keek ik of mijn parcours mijn gedachtenplan benaderde. In het plan moest, als het stromende water van een beek langs rond geslepen stenen, de gejaagde zo min mogelijk grote hindernissen tegenkomen om de jagers voor te blijven.
Aan het eind, als de meisjes allemaal op de tribune zaten te kletsen en de laatste koppig volhoudende jongen was afgetikt, werd er naar mij gewezen. De twee jagers waren inmiddels zo moe van het jagen dat geen van beiden nog de puf had in het touw te klimmen om mij af te tikken. Dan kwam de meester onder aan mijn touw staan en riep me naar beneden. De les was voorbij zei hij. Ik wist welke les hij bedoelde: jagers kunnen rennen en springen maar ze kunnen niet klimmen.