Het leed dat parkeren heet

Joop van der Laan 9 feb 2020

De auto behoort tot het gilde van het privaat domein, dat te vuur en te zwaard wordt verdedigd. De wagen staat exclusief voor vrijheid en onafhankelijkheid, een absoluut statussymbool. Protestzanger Armand voelde zich in 1966 al te min omdat haar pa in een grotere kar reed dan de zijne. Het rijbewijs staat voor het meeste begeerde diploma en is een vrijbrief om je soeverein te wanen. De macht over het stuur betekent ook letterlijk het heft in eigen hand nemen. Elke belemmering is een vorm van vrijheidsberoving, dus ook betaald parkeren.
Heb je eindelijk een parkeerplekje gevonden, dan drukt een zware last op je schouders. Namelijk inchecken bij de parkeerautomaat. Je staat oog in oog met dit wanstaltig gedrocht en voelt een onweerstaanbare drang om te gaan muiten. In verzet te gaan tegen deze opgelegde tolheffing, zoals dat Robin Hood tot een held heeft gemaakt.
Een vrijgevochten stadgenoot vond betaald parkeren indruisen tegen zijn diepgeworteld rechtvaardigheidsgevoel. Hij weigerde te betalen om zijn eigen wagen neer te zetten. Zijn ingebakken drang naar burgerlijke ongehoorzaamheid was geen lang leven beschoren. Hij moest eieren voor zijn geld kiezen omdat naheffingen de pan uitvlogen en ook dat vond hij zondegeld.
Het is een ongelijke strijd geworden in de straten van de stad. Als geboren parkeerpiraat moet hij het afleggen tegen de klopjacht en het vangnet van de vliegende brigade met scanauto’s, elektrische steps en hoverboards. Er is wel handelingstijd om naar de parkeerautomaat te lopen, een gunfactor van tijd en geld. Alleen is de geboden ruimte minimaal zodat de lasso elk moment kan worden aangetrokken.
De parkeergarage is gemeengoed, verzamelgebouw voor gestapeld blik. Tegen contante betaling uiteraard, het bewaarloon. Het gaat om het principe, ruimte is schaars dus duur. Een godsvermogen meldt onze vriend als hij zijn kaartje invoert. Hij staart ongelovig naar het scherm en voelt zich weer in de maling genomen. In de veronderstelling dat de automaat interactief is gromt hij of zijn bek niet verder open kan. Een antwoord blijft uit, het is eenrichtingsverkeer, betalen!

Mocht men vanuit het stadskantoor het parkeerbeleid tegen het licht willen houden en doelgroepen zoeken om te participeren, dan is de oproep niet aan dovemansoren gericht. Zeker bij een term als autobeperkende maatregelen, dat is vloeken in de kerk.
Ik ken een dissident die mee wil denken. Hij is ervaringsdeskundige, getroffen door een identiteitscrisis en een parkeerinfarct.