Weg met de kast

Myrthe Geerts 15 jan 2020

Nederland haalde maandagavond het wereldnieuws. YouTube koningin Nikkie de Jager deelde in een video dat ze transgender is. Allereerst uiteraard een diepe buiging voor deze vrouw en haar krachtige boodschap. Zo hoopt ze kleine ‘Nikkies’ te inspireren en te helpen en dat is zeer lovenswaardig.

De kwestie zette me aan het denken. Even los van dit specifieke voorbeeld, kun je de vraag in het algemeen stellen waarom er zoiets als een coming-out bestaat. Waarom moet je uitkomen voor iets wat niet alleen heel persoonlijk en privé is, maar dat er vooral ook voor anderen eigenlijk niet toe doet? Waarom is een coming-out zo’n big deal?

Eén van de landelijke kranten kopte bijvoorbeeld: ‘NikkieTutorials geeft toe (…)’. Ik bedoel, wat valt er toe te geven? Welke misdaad heeft ze begaan? Niemand zou zich verplicht moeten voelen ‘uit de kast te komen’, in welke context dan ook. Het doet er namelijk niet toe of je bijvoorbeeld op mannen valt of op vrouwen of op allebei. Absoluut, als je gevoelens hebt voor iemand, is het fijn te weten of je überhaupt kans maakt, maar in alle andere gevallen zou het niets moeten veranderen.

Waarom verplicht onze heteronormatieve maatschappij mensen om uit te komen voor hun seksuele voorkeur? Waarom zien we heteroseksualiteit nog steeds als de standaard? Want door een standaard te houden, zeg je dat andere vormen de uitzondering zijn. En uitzonderingen, die moeten benoemd worden en soms zelfs verantwoord.

Ik heb nog nooit het gevoel gehad om tegen mijn vrienden en familie te zeggen: “Ik ben als meisje geboren en daar ben ik nog steeds oké mee en oja, ik val op jongens.” Sterker nog, ik denk dat iedereen me raar aan zou kijken; hoe ik me voel en op wie ik val, dat vinden we ‘normaal’. Hoe fijn zou het zijn voor mensen die net zo normaal zijn, maar als de uitzondering beschouwd worden, om er geen label op te plakken en hen niet te dwingen uit te komen voor hun normale voorkeuren of hun persoonlijke verhalen? We vinden onszelf heel ruimdenkend en tolerant, maar tegelijkertijd vinden we het toch heel prettig in hokjes te denken. En dat is óns probleem. Dat wij verbaasd zijn, het ‘even wennen vinden’ of gewoon ‘er geen probleem mee hebben’, doet er niet toe. Het gaat namelijk niet om onze gedachten, gevoelens en verwachtingen. Het gaat niet om ons. Zoals Nikkie het zelf verwoordt: ‘I am still me.’ En dat is wat er wel toe doet.