Onderweg in Nieuw-Holland

Oscar van Schijndel 7 jan 2020

Een zaterdagochtend in januari. 19 graden, lekker temperatuurtje. Om binnen te zitten, of om een stukje te gaan fietsen, weg van de bewoonde wereld. Vandaag ga ik over de grens. Naar mijn oude stad in Nieuw-Holland, zoals ze hier dat land noemen dat vroeger Nederland heette. Wat zou er nieuw aan zijn?

Al snel valt mijn blik op een verroeste paal waar twee onherkenbare stukken blik naast liggen. Eentje rechthoekig, volgens mij de Nieuw-Hollandse versie van wat bij ons “uitgezonderd rijwielen en rijwielen met hulpmotor” heet. Dat ronde ding zal wel een verbodsbord zijn, getuige de in drie stukken liggende verkoolde balk die ik mij nog als slagboom herinner. Zou er brand zijn geweest?

Het lijkt erop. Ik zie vooral zwarte stammen en een hoop as. Ik voel dat het fietspad steeds slechter wordt. Hé, een kruising. Een betonnen stomp met een wit-rode brij ernaast. Plastic soep? Nee, zo te zien de resten van een ANWB-paddenstoel.

Ik fiets verder. Ik kan blindelings de grote weg oversteken; geen auto te zien. Landgoed Valkenhorst, denk ik. Rare naam; volgens mij zijn er helemaal geen vogels meer. In de verte zie ik iets vierkants. Een container. Ik slalom eromheen, maar moet even later omkeren; ik heb uitzicht op de fietsbrug die een paar meter lager in puin ligt.

Ik stap af en baan mij met mijn fiets een weg tussen de stukken beton over twee desolate zwarte banen. Volgens mij was dit ooit de A2. Een blik richting noorden. Nog iets van acht kilometer. Ik moet te voet verder; fietsen gaat niet meer op dit weggesmolten asfalt. Nog een doorgezakte brug. Overal verwrongen staal, volgens mij vangrails.

Ik bereik de stad. Er hebben ooit een kwart miljoen mensen gewoond, waaronder ik. Ik heb drie uur lang vergeefs naar een teken van leven gezocht. Alleen maar ingestorte huizen en uitgebrande auto’s. Skeletten van dieren, of wellicht mensen. De stilte valt hard, helemaal als ik voor de zoveelste keer van mijn fiets donder.

Ik ga terug. Er is geen bewoonde wereld hier, zelfs geen weg. Ik zie vooral vijftig tinten grijs. Het enige beetje kleur komt van de dakpannen van vervallen boerderijen en bruine karkassen van tractoren die op hun velgen staan. Het wordt donker. Hopelijk bereik ik nog op tijd mijn thuis in Hamont-Achel; straatverlichting doet het immers ook niet meer.

Ik schrik wakker. Heb ik nu vreselijk gedroomd? Moet haast wel. Google en Wikipedia helpen mij uit de droom. Nieuw-Holland, dat is dat land waar een gebied zo groot als Nederland is afgebrand.