Brothers

Elske Huising 7 jan 2020

‘Code rood, niet reizen’ geeft de website van de Nederlandse Rijksoverheid aan. In de Zuid-Thaise provincies Yala, Narathiwat en Pattani is een conflict gaande tussen de moslimmeerderheid en de boeddhistische Thaise overheid waardoor er onrust heerst in het gebied. Ik fiets via Thailand naar Maleisië en wil deze provincies eigenlijk doorkruisen en na wat lokaal onderzoek, dat uitwijst dat het waarschijnlijk allemaal wel meevalt besluit ik het erop te wagen.

Hoe zuidelijker ik kom hoe meer de boeddhistische tempels plaats maken voor moskeeen en ik realiseer me dat ik eigenlijk maar weinig afweet van de islam. Eerlijk gezegd vind ik het reizen hier zelfs spannender dan ik wil toegeven. Ik schrik van mijn eigen angst voor mannen met lange baarden en ben vastberaden de mensen hier beter te leren kennen om mijn vooroordeel te tackelen.

Na een dag word ik al rustiger, het gebied verschilt namelijk helemaal niet zoveel van de rest van Thailand. Net als overal worden er duimen opgestoken, staan mensen vrolijk te zwaaien en vragen ze me waar ik naartoe ga. Ook kom ik erachter dat die man die volgens mij een geweer uit zijn achterbak haalt, me lachend een flesje water aanbiedt en dat die twee twaalfjarige jongetjes met een bom in hun broekzak, eigenlijk alleen maar even komen kletsen om hun Engels met me te oefenen.

Als ik ‘s ochtends een kop thee drink in een klein straatcafeetje komt er een oude islamitische man bij me zitten. Zijn ogen twinkelen en ondanks dat er nog maar één voortand in zijn mond bungelt, lacht hij jongensachtig. ‘Hello brother!’ roept hij vrolijk. We kletsen wat en hij vertelt vol trots over zijn grote tuin waar hij een vijver met visjes heeft. ‘Playing with fish makes me very very happy! Zegt hij grijnsed. Ik schud nee op de vraag of ik moslim ben en wederom verschijnt er een grote grijns op zijn gezicht. ‘We are all brothers. You are my brother,’ zegt hij wijzend naar de eigenaar van het café en vervolgens met een haast kinderlijk enthousiasme wijst hij naar mij; ‘and you are my brother!’

Zijn simpele manier van praten, guitige blik en warme lach hebben iets knulligs maar het voelt heel oprecht. En als mijn nieuwe vriend me nog een paar keer benadrukt dat we allemaal familie zijn en dat ik altijd welkom ben, realiseer ik me dat als ik ooit weer eens bang ben voor een moslimman in een wit gewaad, hij waarschijnlijk houdt van spelen met visjes in zijn vijver en dat we allemaal brothers zijn.