Zinloos stukje.
Maandagochtend. Door omstandigheden, die er hier niet toe doen, kan ik pas om kwart over acht de trein nemen naar mijn bestemming. Dan het bericht dat de trein toch niet rijdt. Omdat het de zoveelste keer is dat ik niet via de hsl kan reizen, reis ik maar via Utrecht. Aldaar stap ik over en vervolg mijn reis naar waar ik moet zijn. Om kwart voor elf bereik ik mijn bestemming, twee uur later dan gepland. Op hetzelfde moment heeft zo’n zeventig kilometer van mij vandaan ook iemand zijn bestemming bereikt, niet ver van de plek waar ik ben overgestapt.
Wat die iemand daar deed? Ik weet het niet. Ik hoef het ook niet te weten. Ik heb belangrijkere dingen te doen. Er is een inloopronde op mijn werk, waarbij weer nieuwe klussen worden verdeeld. Vanachter mijn bureau zie ik de zon door de wolken breken, niet wetende dat zeventig kilometer verderop voor tenminste drie mensen de zon definitief is ondergegaan.
Middagpauze. Oscar, heb je het al gehoord? Nee, ik heb het niet gehoord. Maar ik heb het wel gelezen, als onderdeel van mijn vaste ritueel: het rondje media na afloop van mijn lunch. Langzaam komt het besef dat we aan het trieste rijtje Nice, Berlijn, Parijs, Brussel en Manchester nu ook Utrecht moeten toevoegen. Plaatsen waar mensen hebben geprobeerd met moordwapens een statement te maken. Een vrachtwagen, een explosief, een vuurwapen. Ik probeer me op mijn werk te concentreren, maar het lukt me niet.
En hier zit ik nu. In de trein, op weg naar huis. Ik zit te kijken naar mijn woorden die zich een weg banen van mijn hoofd via mijn handen en een toetsenbord naar een beeldscherm. Ik zit mijn gevoelens van verdriet, machteloosheid en frustratie te verwoorden terwijl ik weet dat mijn statement niks uithaalt. Het levert uiteindelijk alleen maar een zinloos stukje papier op. Maar dat is altijd nog beter dan je statement menen te moeten maken met een zinloos stukje lood.