de onderkant grond dooie tuin
Wat blijkt nauw starend achterstevoren mijn tuin in.
Dat de zon via de andere kant op mij staat te schijnen.
De doodsheid van alles wat levend moest zijn.
Te veel water gaat kosten om het levend te houden.
Ik graaf weer met mijn schep de diepte in.
Wat oplevert voor mij gezien vanuit mijn ogen kijkend naar beneden.
Dat alles naar beneden groeit wat naar boven moest groeien.
En dat ook dan alles dood is wat groeit.
Ook al groeit het niet ook al wordt het steeds langer naar het staren.
De dood lijkt de hele tuin al over gesproeid te hebben.
Ook al sproei ik daarnaast nog steeds met water over de tuin.
De natheid lijkt het te winnen van de droogte lijkt het.
Ook al is het nog steeds gortdroog in mijn tuin.
Een al vermoeden kijkend naar mijn tuin waarom het niet wil.
Ik pak mijn bood om naar huis te gaan waar ik niet kom.
De volgende dag zal de redding wel nabij zijn.
Ook al ben ik helemaal nog niet meer thuis geweest.
En bestaat nog steeds mijn tuin niet.
En ook al slaap ik in mijn boot die er niet is.
Ik wacht op de volgende dag als die komen gaat.
Die er nog niet geweest is.
Omdat we nog op dezelfde dag door breien.
Die twee dagen bleken te zijn.
Eduard.