Sportzomer 2017 Ode aan mijn sporthelden

alex van Velde 31 jul 2017

Mijn sporthelden waren Johan Cruijff en Piet Keizer. Ik adoreerde hen toen ik nog een jochie was en de successen van het Grote Ajax op TV zag.
Johan Cruyff heb ik nooit ontmoet. Piet Keizer wel, omdat hij bij mij in de buurt woonde en bij dezelfde slager boodschappen deed. Zo gewoon gebleven.

In de derde klas van de MAVO kreeg ik les van geschiedenisleraar Harrie Kip. Hij was een getalenteerd basketbalspeler geweest. En had zelfs in het Nationaal Basketbal team gespeeld. Hij gaf aan ons geschiedenislessen over de eerste – en tweede wereld oorlog. Hij was 2,09 meter lang. Dat maakte indruk. Ik herinner me dat er een foto werd gemaakt met hem en de lerares Duits. Zij leek een dwerg vergeleken met hem.

Hij overleed veel te vroeg op 55-jarige leeftijd na een slopende ziekte. Hij speelde nog samen met de legendarische Kees Akerboom. Een andere sportheld van mij, die ik zag spelen bij Levi’s Flamingo’s.

Later toen ik in Amsterdam werkte bij een verzekeringsbedrijf ontmoette ik Dennis Spier. Een Surinaamse jongen met altijd een brede glimlach op zijn gezicht. Hij had een fors postuur en was lang.Hij had in Suriname en Amerika Basketbal gespeeld. Hij had zelfs in het nationaal Surinaams team gespeeld. Legendarisch was zijn rol in 1984 op Cism-toernooi.
Naast zijn werk als accountmanager was hij op zaterdagavond barman in Cafe Para Andre. Dat was een belangrijke ontmoetingsplaatsplek voor Nederlandse surinamers. Er werd wat gedronken en gedanst. Net als bij de Cotton Club.En Barman Dennis ging voor in de Bubbling-dans. Het Cafe was gevestigd aan de martelaarsgracht.

Nadat hij ontslag nam ging hij bij Brouwerij werken. Helaas is hij na een slopende ziekte op 47 jarige leeftijd overleden in Suriname.

Mijn meeste sporthelden zijn overleden. Daarom breng ik in deze column een ode aan hen uit.
Aan Johan Cruijff, Harrie Kip, Dennis Spier en Piet keizer. De laatste was altijd zo gewoon gebleven. Ik weet nog dat ik voor de balie van de FEBO stond. De FEBO bij het olympisch stadion, de plek waar mijn helden zoveel successen kenden. Ik wilde net mijn kroket bestellen, totdat ik iemand naast mij hoorde zeggen : “een Patatje Met graag”. Ik keek om. En daar stond hij : Piet Keizer. Hij verontschuldigde zich. En hij zei : ga jij maar eerst. Ik was te verbouwereerd om te reageren, maar deed snel mijn bestelling. En liep met de hete kroket naar buiten. Ik wilde een ode aan het leven uitbrengen. Ik ging zitten op een bankje en zei hardop : “Helden bestaan nog”.