Appie Nouri, waar ben je nu?
Appie Nouri zakte in elkaar. Een hartstilstand. Niemand lachte in Rotterdam. Misschien een anonieme psychopaat op Twitter wel. Die zijn er nu eenmaal. Appie heeft hersenschade en de kans op herstel is nihil. Appie waar ben je nu?
“Godverdomme, blijf bij ons”. “Waag het niet om weg te gaan” schreeuwt de dame van de ambulance . Haar stem slaat over. Ik heb weinig besef wat er gebeurt. Vaag herinner ik mij dat ik op de racefiets zat.
Ik voel een naald in mijn arm gaan en de dame spuit iets onder mijn tong. Mijn shirt is nat van het zweet en wordt opengeknipt om draadjes op mijn borst te plakken. “Je hebt een hartinfarct”, concludeert de dame. Het laatste dat ik mij herinner, is dat ik zei: “ik word duizelig”. Daarna weet ik niets meer.
Het is stil en mooi. Rust. Veel licht en in de verte klinkt een heldere stem. Misschien van God, ik weet het niet. Het licht wordt feller en mooier. Ik herken gezichten die ik lang niet heb gezien. Ze knikken vriendelijk.
“Je bent weg geweest” schreeuwt de dame.” Ik wil terug”, antwoord ik haar. Zij geeft de defibrillator aan haar assistent. “Ik wéét dat het daar mooi is” zegt zij boos tegen mij, “maar je blijft hier, ik ben niet voor niets zo hard aan het werk”. Ik lach om haar geveinsde boosheid. Wat is zij lief.
Weer stijg ik op. De zuigende werking van het einde is onweerstaanbaar. “Kom, kom” hoor ik een stem zeggen. Het licht is overweldigend, met kleuren die ik nog nooit heb gezien. De serene rust kalmeert mij en ik ben klaar om deze wereld in te stappen.
Het geluid van de sirene is oorverdovend. Wij zijn op weg zijn naar het ziekenhuis. Ik wil naar huis omdat ik het licht heb laten branden. De stress is een grote contradictie met de wereld waarin ik zojuist vertoefde. Die liefde en serene rust. En alle bekenden.
Een man snijdt mijn pols open en er gaat een draad naar binnen. Ik voel de draad met de camera door mijn arm gaan. Recht naar mijn hart. Ik hoor de stem weer onweerstaanbaar roepen en zweef weer tussen hemel en aarde.
“U bent er weer”, zegt hij, we hebben uw kransslagaders open gemaakt. Men controleert mijn hersenfuncties en zegt dat ik geluk heb gehad na een hartstilstand. Ik vertel over de prachtige wereld waar ik ben geweest. Zij pakt mijn hand en zegt: “Het werkelijke trauma is leven en niet de dood”.
Daarom mijn vraag: Appie waar ben je? Jij bent daar, waar slechts weinigen van terugkeren. Laat het een troost zijn, want er wordt goed voor hem gezorgd. Trust me!