Een lege plek
Het leek een dag te worden zoals alle andere. Om te beginnen het dagelijkse gevecht om een lege plek. Het heeft zo zijn voordelen om vroeg op te staan, dan hoef je niet zo te vechten. Ik vind een tweezitsbankje onderin de dubbeldekker. Ik wacht op een eventuele buurman of buurvrouw, maar die komt niet. De plek naast mij blijft leeg.
Op het werk staat intussen een lege plek op mij te wachten. Er is weer een interessante werkdag aanstaande, vol met uitdagingen. De agenda heeft geen tijd en ruimte voor lege plekken.
Na ruim acht uur kan ik mijn werk met een gerust hart verlaten. De terugreis wordt gebruikt om een lege plek in het hoofd te creëren. Ruimte voor nieuwe indrukken, nieuwe ideeën, dan nog niet wetend wat ik nu weet. Om onbekende reden eindigt de reis vandaag in Breda. Het is nu wachten op de bussen die de treinen gaan vervangen. Ik besluit om mijn avondeten in de stad te gaan nuttigen. Tegen de tijd dat ik mijn eten op heb, zullen de treinen wel weer rijden, schat ik zo.
In een Italiaans restaurant vind ik een lege plek. Een tafeltje voor twee, maar de stoel tegenover mij blijft leeg. Ik bestel mijn gerecht en besef nu pas goed waarom ik hier zit. Een tafel verderop weten namelijk drie andere eetgasten wat er ten oosten van Breda is gebeurd. Ze vinden het nodig om dit luidkeels te delen met de andere eetgasten. Ik wil het niet weten, maar de poging mijn oren te sluiten voor hun stemgeluid is vergeefs.
En zo kan het dus gebeuren dat ik enerzijds probeer te genieten van mijn lasagna vegetariana, en anderzijds mijn gedachten naar een lege plek gaan. Het is de plek in de woonkamer van een huis, op iets van vijftien kilometer van de plek waar ik nu ben. De plek waar iemand tot aan de dag van vandaag aanschoof voor het avondeten.
Als ik terugkeer op het station, is hij of zij het onderwerp van omroepberichten, schallend door een holle betonnen ruimte. Onderwerp van teksten die op displays worden afgebeeld. Treinen rijden er nog altijd niet. Ik ga op zoek naar een lege plek in de bus. Ik kan niets anders doen dan de nabestaanden heel veel sterkte toewensen met het opnieuw invullen van de enorme leegte die is achtergelaten. Niet alleen aan tafel, maar vooral in hoofden en harten. En diep in mijn hart schaam ik mij. Omdat ik, heel egoïstisch, deze lege plek inneem om mijn gevoelens van me af te schrijven. Een plek die voor die andere persoon bestemd had kunnen zijn.