Zullen dochters van kleinkinderen worden besneden?
Deze vraag dringt zich op wanneer men alle mondiale ontwikkelingen op het gebied van de Islam gadeslaat. Het staat uiteraard iedereen vrij zijn of haar geloof aan de man te brengen. ‘Je bent er immers zelf bij’, is de gedachte. Dat klopt. Echter, het is de gelovige moslim voorgeschreven een ieder ander te overtuigen en een theocratie na te streven. Nuttige ongelovigen helpen hem daarmee. Bovendien is geloofsafval verboden. Zo is in relatief korte tijd (dertig jaar) Maleisië geheel geïslamiseerd. In Londen en Birmingham werden recent indrukwekkende processies door moslims gehouden. Politici die kritisch zijn omtrent de nuttige ongelovige en on-Nederlandse toestanden worden als rechts-populistisch weggezet. Volgens André Krouwel in het blad van de VNG (november 2016) voelen diegenen met een lagere opleiding en geringe politieke kennis zich tot populisten aangetrokken. Hij stelt verder: (…) ‘Wat populisme wel kan vernietigen is kennis en opleiding’. (…) ‘En ophouden continu te proberen om burgers overal over mee te laten praten’. Dit laatste is naar het oordeel van mr. Cees Freeke juist de reden van aversie tegen de politiek en haar ‘politieke correctheid’. Onlangs verwierp de partij die het referendum heeft uitgevonden, dit middel. De burger te laten meepraten werd kennelijk risicovol geacht. Daarom is te verwachten dat in de politiek van geheel Europa een verschuiving naar rechts plaats zal hebben, welke onstuitbaar is. Naast een religieus argument is er een politiek argument, namelijk dat landen afstand hebben gedaan van hun eigen munt. Het afstand doen van de eigen munt is een initiatief, geboren bij de Bilder-bergers. Hiermee is wel de soevereiniteit van het land om een eigen monetair beleid te voeren om zeep geholpen. Neem als voorbeeld Catalonië, die zich wil afscheiden van Spanje, waar meteen de roep om een eigen munt hoorbaar is. Het is EU-beleid (document 2008) miljoenen moslims in Europa toe te laten, terwijl de bevolking van Europa deze migratie om financiële en veiligheidsredenen niet wil hebben. Godsdienstvrijheid was in Nederland het eerste grondrecht. Vrijheden kunnen evenwel botsen; politici blijven deze religieuze spanningen halsstarrig ‘cultuurverschillen’ noemen. Men hoopt op integratie, wat mislukt, omdat de moslim niet mag assimileren. Tenzij de politiek zich krachtdadig spoorslags bekeerd, zal de vertrumping zich verder voortzetten. Want wij leven niet alleen voor ons zelf maar ook voor de kinderen van onze kleinkinderen!