Opgeruimd staat netjes

Gisteren was ik in een culinaire bui en dat is zeldzaam, dus moest ik daar gebruik van maken. Ik ben de hele dag bezig geweest met het uitzoeken van recepten en vond er uiteindelijk één die mij lekker leek. Ik haalde de ingrediënten en zette tweeënhalf uur later iets op tafel dat er niet per se mooi uit zag, maar wel heerlijk rook. Mijn vriendin nam plaats aan de gedekte tafel en snoof de geur van het eten op. Even bewoog haar bovenlip. Het was maar een fractie van een seconde, maar ik had het gezien.

‘Wat is er?’ vroeg ik.

‘Niets,’ zei ze. ‘Ik ben benieuwd.’

‘Je trok je lip op. Wat is er? Is het niet goed?’

Ik geef toe dat ik wat ongeduldig en misschien zelfs onaardig uit de hoek kwam, maar hé, ik had net uren in de keuken gestaan. Uren. Dat doet iets met je.

‘Ik ben heel nieuwsgierig, het ruikt apart.’

Apart is geen goede woordkeuze. Apart zeg je om iemands gevoelens te besparen, wanneer je iets niet mooi – of in dit geval lekker – vindt. Maar goed, ik had honger, dus ik besloot niet te reageren. Dat zou oneerlijk zijn. Ik schepte wat van mijn culinaire hoogstandje op haar bord en kon niet wachtten om mijn meesterwerk te proeven. Nee, dat doe ik niet tijdens het koken. En ja, ik weet dat ik dat wel zou moeten doen.

We namen tegelijk een hap. In de seconden die daarop volgden, ontstond er een smaakexplosie in mijn mond. Geschrokken slikte ik de hap door, waarna ik onthutst naar mijn bord keek. Ik had nog nooit zoiets smerigs gegeten. Ik voelde mijn woede samen met de zojuist doorgeslikte hap naar boven komen en net toen ik mijn mond open wilde doen om de ellende eruit te gooien, hoorde ik haar lachen. Ik lachte mee. Van ellende.

‘Ik kan echt niet koken.’

‘Wel! Het is gewoon een slecht recept.’

Ik vertelde niet dat het recept van een beroemde chef-kok kwam. Net als dat ik haar niet vertelde dat ik kaneel in plaats van nootmuskaat had gebruikt, omdat ik dacht dat dat lekkerder zou zijn. Serieus. Alsof ik er ook maar enig verstand van heb. Ik ben vreselijk. Ik weet het. En anders doe ik wel alsof ik het weet. Het is een familietrekje. En als we door de mand vallen, lachen we het weg. Net als mijn eten; weggelachen.

Opgeruimd staat netjes.