Het einde van de wereld

Samen met vriendlief loop ik door een verlaten landschap in Noord-Noorwegen. Het is zo’n 7°C en door de mist zie ik maar een klein stukje van het pad dat naar Knivskjelodden moet leiden, de échte Noordkaap. Nou ja, een pad kun je het eigenlijk niet noemen, want ik zie alleen maar modder en stenen. Waarom wilde ik dit ook alweer? In gedachten zie ik de passage over deze wandeling in onze Engelstalige reisgids voor me: “It’s an easy walk, besides some ups and downs.” Ik glij half uit. Snel grijp ik de arm van mijn vriend vast en weet daarmee een valpartij te voorkomen.

We vorderen gestaag en als ik over mijn eerste tegenzin heen ben, gaat het best. Ergens in de verte zien we een paar rendieren grazen. Hun vacht glinstert van de neveldruppels en de combinatie van doodse stilte en mist geeft het landschap een surrealistische uitstraling.

Na een aantal uren lopen trekt de mist op en zien we de zee. We moeten er dus bijna zijn! Maar dan stuiten we op een afgrond. “Moeten we dáár naar beneden?”, vraag ik me hardop af, terwijl ik mismoedig in de diepte staar. Even later glibberen we stukje bij beetje via het smalle, modderige paadje omlaag. Ik vind het doodeng, maar opgeven is geen optie.

Op het met stenen bezaaide strand komen we twee sportief uitziende wandelaars tegen, die ons vertellen dat we nog een stukje verder moeten lopen. “Met een half uurtje moeten jullie er wel zijn,” zegt één van hen met een zelfverzekerde glimlach.

Vervolgens stuiten we op een nieuwe uitdaging: een klauterpartij over steile, spekgladde rotsen, die uitkomen in een kolkende watermassa. Wat zei de reisgids ook alweer? Een gemakkelijke wandeling? Prima te doen? Misschien voor mensen met hike-ervaring, maar niet voor twee kaaskoppen die eigenlijk wat te weinig geoefend hebben.

En dan – ineens! – zijn we er. Het uitzicht is adembenemend en in de verte zien we het Noordkaapplateau met de befaamde wereldbol. De drommen toeristen staan in schril contrast met de stilte die om ons heen heerst en even wanen we ons aan het einde van de wereld. Als we op een grote steen ons eten opeten, vliegt er op nog geen twintig meter afstand een adelaar voorbij. Vol bewondering kijken we naar het majestueuze beest, dat rustig voortzweeft op de wind.

Ik bedenk me dat er veel lef voor nodig was om deze wandeling te ondernemen, maar dat de beloning minstens zo groot is. In stilte laat ik de schoonheid van de omgeving op me inwerken, zodat ik nog even niet aan de terugtocht hoef te denken…