Hoe een achternaam voor lagere schoolcijfers zorgt (en waarom je liever niet De Vries, De Wit of Zegers heet)
Was jij vroeger op school vaak al blij als je net een 5,5 haalde voor een toets, ook al was dat lager dan de rest van de klas? Dat cijfer lag misschien niet alleen aan de antwoorden die je op je blaadje schreef. Volgens onderzoekers speelt je naam ook een rol in welk schoolcijfer je krijgt ten opzichte van klasgenoten. En dan gaat het met name om de eerste letter van je achternaam.
Misschien zit jij nog op school. Of misschien ben je al lang van school af. Toch zal iedereen het wel herkennen. Welke leraar heeft géén lijstje met namen en gaat het rijtje namen níet af door te beginnen met de personen van wie de achternamen bij de eerste letters van het alfabet zitten? Die leraren zijn waarschijnlijk op één hand te tellen.
Maar door leerlingen op die manier te categoriseren, worden sommige leerlingen voorgetrokken en anderen juist achtergesteld. Veel docenten gaan namelijk óók op deze (alfabetische) volgorde te werk als ze toetsen nakijken. En precies daar gaat het volgens onderzoekers mis.
Want hoe langer docenten hetzelfde werk nakijken, hoe kritischer ze worden. Je kunt al raden wie daar de dupe van wordt.
Dit is het verschil in cijfers tussen student met A-achternaam en Z-achternaam
Nou goed, terug naar het onderzoek. Drie Amerikaanse wetenschappers pakten er 30 miljoen toetsuitslagen en cijfers bij van studenten van de Universiteit van Michigan, tussen 2014 en 2022. En wat bleek: ze kwamen erachter dat studenten wiens achternamen begonnen met letters die meer aan het einde van het alfabet zaten (W, X, Y of Z), stelselmatig lagere cijfers kregen dan studenten wiens achternaam met – pak ‘m beet – A, B, C of D begon.
Het verschil tussen een A-achternaam en een Z-achternaam was 0,6 punt op een schaal van 100. Dat lijkt weinig, maar dat verschil geldt per toets. Wie dat over een heel jaar uitsmeert, ziet dat de ongelijkheid flink kan toenemen.
Overigens zijn experts binnen de onderwijswereld steeds kritischer op de manier waarop het onderwijs met cijfertjes en uitslagen op toetsen werkt. Het onderwijssysteem is volgens kenners te veel ingericht op cijfers, selecteren en rangschikken en dat kan ertoe leiden dat kinderen op verkeerde scholen terecht komen.
Nog meer nadelen voor studenten die De Vries, De Wit of Zegers heten
Alhoewel de Amerikaanse onderzoekers snappen dat het handig is om leerlingen te categoriseren op basis van hun achternaam, levert het ook ‘risico’s van ongelijke behandeling’ met zich mee, schrijven ze in hun onderzoek, dat is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Social Science Research Network.
De onderzoekers constateerden dat leerlingen die later worden beoordeeld – naast een lager cijfer – andere nadelen hebben. Ten eerste krijgen ze dus consequent iets lagere cijfers. Maar ten tweede: ze ontvangen opmerkingen op hun werk die ‘opmerkelijk negatiever en minder beleefd zijn’. En ten derde: de beoordelingen zijn minder goed van kwaliteit, in de zin dat leerlingen er minder van leren en ze de kritiek vaker niet terecht vinden.
Studenten met een achternaam die begint met een V, W of Z (de Vries, de Wit of Zegers, bijvoorbeeld) krijgen ‘consequent lagere cijfers, meer negatieve en onbeleefde opmerkingen, en uiten meer klachten na afloop van hun beoordeling als gevolg van hun nadelige positie in de beoordelingsvolgorde’, aldus de onderzoekers.
Maar er is ook een oplossing!
De onderzoekers zien dat leerlingen op scholen vrijwel altijd op basis van hun achternaam worden gerangschikt, waarbij het werk van leerlingen op alfabetische volgorde (dus beginnend bij A, eindigend bij Z) wordt nagekeken. Soms gebeurt dat niet eens bewust, maar omdat een invoersysteem zo is ingericht.
De ongelijkheid kan volgens de onderzoekers worden verkleind door de inzendingen van studenten bij beoordelingstaken willekeurig te verdelen.