Redactie Metro
Redactie Metro Dossier 24 mrt 2018
Leestijd: 4 minuten

Dag in, dag uit het snerpende geluid van rolkoffers

Schrijver Thomas Heerma van Voss woont op de Amsterdamse Wallen. In deze column schrijft hij hoe het is om te leven in een open lucht-pretpark.

Ruim tien jaar geleden ging ik, een achttienjarige maagd die zijn hele leven in het lege en tergend saaie Amsterdam-Zuid had doorgebracht, in de meest toeristische buurt van Nederland wonen: de Amsterdamse Wallen. Tussen de rode ramen, in een steeg zo breed als een flinke vrachtwagen. Plotseling kwamen er ’s nachts geluiden van straat. Er waren nergens meer stoepen waarop je kon voetballen, nergens parkeerplaatsen, en wel overal dampen uit coffeeshops en langzaam slenterende toeristengroepjes.

Mijn vader had me afgeraden hier te gaan wonen. ‘Onveilig,’ zei hij, zoals over veel plekken waar hij nooit durfde te komen.

Mijn moeder was enthousiaster. Haar ouders hadden precies in deze buurt, vlakbij mijn straat, in de jaren zestig beiden een atelier gehad. Zo kwam ik hier ook terecht. Mijn grootvader was niet zakelijk maar wel idealistisch, via een fonds had hij de afgelopen eeuw enkele panden opgekocht, met als doel dat ze niet gesloopt zouden worden en gewoon in handen bleven van hurende Amsterdammers. Zo kwam ik in de rosse buurt terecht – een buitenkansje voor een beginnende student.

Een van de eerste dingen die ik me hier afvroeg: een atelier, echt waar, konden mijn grootouders hier werken? Ja hoor, bleek toen ik het ze vroeg, ze maakten hier ontspannen en ongestoord hun beeldhouwwerken. De Wallen waren natuurlijk nooit een rustige buurt geweest, maar toch: je kon er makkelijk je gang gaan en op straat liepen vooral Nederlanders rond, drugdealers en –gebruikers natuurlijk, hoerenlopers, amper buitenlanders.

Ik moest hier als thuiswerker op de eerste dag mijn bureau weghalen van de straatkant om geconcentreerd te kunnen schrijven. En meteen begreep ik de nieuwe wetten waaraan ik me moest houden: deur dicht, ramen op hooguit een kier, en muziek aan om het aanhoudende straatrumoer te overstemmen.

Tien jaar zijn er sindsdien voorbij gegaan, tien jaar en ik zit nog steeds op dezelfde afgeschermde plek, en tegenwoordig doe ik ook regelmatig oordopjes in tijdens het werken.

Er wordt de laatste jaren veel gesproken over toerisme in Nederland, en dat mondt al vaak uit in een gesprek over toerisme in Amsterdam, het onvermijdelijke stadscentrum, en vroeg of laat gaat het dan over de Wallen.

Wat ik ontdekt heb, levend in het kloppend hart van die buurt: vrijwel alle beelden die ouderen van de Wallen hebben, zoals mijn vader of grootmoeder, zijn onwaar. Er lopen hier nauwelijks nog junks of drugsgebruikers rond. Welnee, in elke straat hangen camera’s en zijn agenten, en het is zo druk dat niemand iets gevaarlijks durft te doen. Zelfs mijn fiets wordt hier niet gestolen als ik die per ongeluk een nacht niet op slot zet, gewoonweg omdat er voortdurend potentiële getuigen langslopen.

Wat ik helaas ook heb ontdekt: vrijwel alle huidige standaardbeelden over Amsterdams toerisme zijn waar. Graag zou ik die clichés in deze column een voor een ontkrachten, maar het stadsdeel geeft daar geen enkele reden toe. Het voelt meer en meer alsof ik in een dichtslibbende ader leef. Sinds enkele jaren hoor ik dag in dag uit het snerpende geluid van rolkoffertjes. Ook ’s nachts. Je wéét rondlopend door de buurt van een afstandje welke appartementen voor Airbnb worden gebruikt. Wie op een avond over de Wallen struint, ziet dat overal Nutellawinkels met namen als Delicious en Ice for you bijkomen en hoort geen Nederlands meer. De voertaal in de meeste cafés is Engels, ik heb het zien veranderen, en alles op de Wallen glimt tegenwoordig en geeft licht. Niets gevaarlijks aan, de buurt is een open lucht-pretpark geworden, bedoeld voor het vermaak en vooral het tegemoetkomen van buitenlanders en hun clichébeelden.

Heb ik daar iets tussen te zoeken? Ik ben gehecht aan de steegjes, de pleintjes, de gebouwen. Maar ik fantaseer steeds vaker over vertrekken. De rust die zich dan zal aandienen, de nachten die niet meer met dronken gelal of gebrul worden onderbroken, de vele buitenlanders die mijn appartement na mijn vertrek zullen huren, ongetwijfeld tegen woekerprijzen.

Mijn oma leeft trouwens nog steeds. Haar wereld is beperkt tot haar kamer in het verzorgingstehuis. Soms kom ik langs en begint ze te mijmeren over de Wallen. Over inmiddels verdwenen cafés waar zij graag kwam, over de steegjes die in haar tijd nog leeg waren, over een wereld waarvan ik weet: die is allang verdwenen en komt nooit meer terug.

OVER METRO DOSSIER

Elke zaterdag vind je bij Metro verhalen over spraakmakende zaken. We kennen het, doordeweeks moet alles vlug, maar gelukkig is er in het weekend tijd om lekker lang te lezen over opzienbarende onderwerpen. Boeiend? Absoluut! Schokkend? Soms. Confronterend? Misschien. Interessant, met een knipoog en vanuit meerdere perspectieven belicht? Altijd!

Deze week: toerisme in Nederland. Hoe erg is het om midden in Amsterdam te wonen? En gaat Utrecht Amsterdam achterna qua rolkoffertoeristen?

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.