Eten we in de toekomst pythons? Slang blijkt zeer duurzame voedingsbron
Pythonpuntjes in plaats van ossenhaaspuntjes? Het klinkt vreemd, maar het zou zomaar kunnen dat er in de toekomst stukjes python op ons bord liggen. Onderzoekers hebben namelijk ontdekt dat pythonvlees enorm duurzaam is.
Grote kans dat je er niet meteen om staat te juichen. Een stukje python is in de ogen van de meesten van ons niet bepaald een delicatesse. Toch biedt het eten van pythonvlees in de toekomst mogelijk veel voordelen. Het blijkt namelijk een zeer efficiënte voedingsbron te zijn en het is ook nog eens duurzaam.
Python bevat veel eiwitten
Slangenvlees bevat namelijk veel proteïne, ontdekten onderzoekers. „Als het aankomt op de hoeveelheid eiwitten, presenteren pythons beter dan elke andere ‘reguliere’ diersoort die tot nu toe bestudeerd is”, vertelt Daniel Natusch van de Macquarie University in Australië.
Bovendien valt pythonvlees ook nog eens op een hele duurzame manier te produceren. „Pythons bereiken heel snel hun ‘slachtgewicht’ en hebben maar weinig water nodig”, aldus Natusch. „Ze kunnen zelfs leven van de dauw die ’s ochtends op hun schubben neerdaalt. En ze hebben heel weinig voedsel nodig, want slangen kunnen tot wel vier maanden vasten zonder gewicht te verliezen. Ze eten vooral knaagdieren en ander ongedierte dat onze gewassen opeet.”
Voor hun onderzoek verdeelden de wetenschappers 4601 pythons in verschillende groepen. Elke groep kreeg een specifiek soort worst te eten, gemaakt van afvalvlees en -vis. Ook zaten er in sommige worsten planten verwerkt. Welke variant de pythons ook aten, voor hun groeiproces maakte het niet uit.
In de zon liggen
„Vogels en zoogdieren verspillen zo’n 90 procent van hun energie uit eten aan het reguleren van hun lichaamstemperatuur”, vertelt Rick Shine, die ook meewerkte aan het onderzoek. „Maar koudbloedige dieren hoeven alleen maar in de zon te liggen om warm te blijven. Dat maakt ze veel efficiënter als het aankomt op het omzetten van voedsel dat ze eten in meer vlees en lichaamsweefsel dan welk warmbloedig dier dan ook.”
Het onderzoek laat volgens Natusch en Shine zien dat slangenboerderijen heel efficiënt veel landbouwafval kunnen omzetten in bruikbare proteïne, terwijl ze zelf relatief weinig afval produceren. Zeker 82 procent van een python kan namelijk verwerkt worden in bruikbare producten. Niet alleen het vlees is bruikbaar, want van de huid kan leer gemaakt worden, van het vet olie en in de galblaas zit slangengal dat voor medicijnen gebruikt kan worden.
Weinig broeikasgassen
En dan is er nóg een voordeel, stellen de onderzoekers. Pythons produceren namelijk maar heel weinig broeikasgassen. Ze hebben een heel sterk verteringssysteem en kunnen daardoor zelfs botten afbreken zonder al te veel uitwerpselen achter te laten.
Hoewel de python in sommige landen historisch gezien een delicatesse is, denken de onderzoekers niet dat de slang snel zo wordt gezien in Australië of Europa. „Ik denk dat het nog lang gaat duren voor je een pythonburger kunt bestellen in je favoriete restaurant”, aldus Shine.
Werkende jongeren vaker thuis door psychische klachten: zo herken je een burn-out
Zorgen om populaire Chinese webwinkels: ‘We willen voor een dubbeltje op de eerste rang zitten’