Esma, spebi en HDP: dit betekenen de meest voorkomende afkortingen
Jongeren en studenten hebben bijna hun eigen taal, waarin het gebruik van afkortingen wijdverbreid is. Betrap jij jezelf er weleens op dat je geen flauw idee hebt waar het over gaat? Dit zijn de belangrijkste ‘afko’s’ (jawel: afkortingen).
Volgens het Instituut voor de Nederlandse Taal is het meer dan normaal dat jongeren hun eigen taal verzinnen. Jongeren kunnen zich makkelijker door middel van deze taal onderscheiden en een boodschap overbrengen.
„Het is eigenlijk wel heel logisch. Jongeren kunnen zich hiermee onderscheiden van bijvoorbeeld ouderen, die ‘hun taal’ niet begrijpen. Ik geloof niet dat het uiteindelijk echt de taalvaardigheid van studenten beïnvloedt. Zij weten echt wel wanneer het nodig is om ‘gewoon’ Nederlands te praten. Ik zie het vooral als iets luchtigs en grappigs”, zegt taalexpert Sylvia Johnson van Preply, die bijvoorbeeld ook onderzoekt welke woorden we het vaakst verkeerd uitspreken.
De belangrijkste afkortingen
Vooral op terrassen vliegen de afkortingen je om de oren. Als het om drankjes gaat, is er een hele zwerm afkortingen die veelal gebruikt wordt. Een havercappu is een havercappucino, een esma een espresso martini, een ginto een gin tonic en spebi is speciaalbier. Hetzelfde geldt voor eten. Een kasou een kaassoufflé, pasta bolo is pasta bolognese, trema truffelmayonaise en een biba is een bitterbal.
HDP staat voor heerlie de peerlie en zeg je dus als je iets heerlijk vindt. Vrijdagmiddag rond borreltijd kun je er kladiladi ingooien: klap die laptop dicht. Hg’s is huisgenoten, perbo is persoonlijke bonus bij de Albert Heijn, inclu is inclusief en hoppi’s hospiteeravonden. Als je vindt dat iemand normaal moet doen, kun je zeggen ‘doe even normi’.
Welke liefdesfase je ook doorheen gaat, er is een afkorting voor. Zo is er de kwarrel (de kwaliteitsscharrel), de hoogwaardige variant van de scharrel. Als je niet zo zeker van je zaak bent, is er de twarrel (de twijfelscharrel). Na de scharrelfase is er de prela (pre-relatie) en de rela (relatie).
Nu 1 miljoen kaarten voor boodschappen in Nederland, hoeveel geld staat daar eigenlijk op?