Toeval
‘Life could be a dream, life could be a dream…’ We zitten in de auto, als ik dit nummer van The Chords hoor: She boom. We luisteren naar de playlist van mijn zoon, 15.
Hij zit voorin, man zit achter het stuur, ik heb geen rijbewijs en zit als een kind op de achterbank.
Ik voel me ook het kind; dit lied uit de jaren vijftig zong mijn vader altijd onder de douche. Het toeval wil dat ik aan mijn vader dacht, toen dit nummer inzette. Ik was terug in de tijd, zat weer achterin, maar nu met mijn vader aan het stuur. Ik voelde me prima vroeger als kind in de auto, mijmerend, snelweg of geen snelweg.
„Hoe kom jij hier aan!”, riep ik uit.
„Gewoon, van de ‘Bankzitters’, ik vond het een grappig liedje.”
‘Boom sh boom, shalalala, boom she boom, life could be a dream sweetheart. Hello, hello again..!’
Vader zingt
Mijn meisjeskamer grensde aan de badkamer. Als ik op mijn bed lag te lezen, hoorde ik mijn vader zingen. Hij heeft mijn zoon nooit gekend. Toen mijn vader stierf, woonde ik alleen. Dat wil zeggen: met drie andere vrouwen in een pand in het centrum van de Domstad. We hadden allemaal ons eigen woongedeelte met keukentje en slaapkamer. We deelden de wc en de douche. Goed beschouwd een topplek. Er was nog geen sprake van de relatie die ik later kreeg en dat ik nog moeder zou worden kon ik toen niet bevroeden.
Mijn zoon was niet op de hoogte van dit nummer als favoriet van mijn vader. Op zijn Spotifylijst een vreemde eend in de bijt tussen rappers met verontwaardigde teksten en aanstekelijke beats.
Verbonden
Het gaf me een magisch gevoel. Mijn vader en zoon als onbekenden voor elkaar, verbonden door dit liedje.
Zo stond ik ooit op het perron te wachten, vlak naast het Amsterdam-Rijnkanaal. Ik piekerde op dat moment over mijn moeder die voor een ingreep in het ziekenhuis lag. Mijn vader leefde toen al niet meer. Ik dacht aan hem omdat hij mijn moeder tot steun had kunnen zijn. Ik draaide me om.
Er kwam een boot aanvaren met de naam van mijn vader erop. Samen met de naam van zijn overleden broer. Ik zag ze voor me, bemoedigend lachend, met een biertje in de hand.
Dat voelde als steun en was natuurlijk toeval. Maar daarom niet minder wonderlijk.