Bloedirritant
Bloedirritant! „Het is helaas drukker dan u van ons bent gewend. Probeer het op een later tijdstip nog een keer. De verbinding wordt nu verbroken.” Tuut tuut tuut.
„Wtf?’ Verbluft staar ik naar mijn telefoon. Ik mag zelf toch bepalen of ik wacht of de verbinding verbreek?
Na een half uur probeer ik het opnieuw. Nu vertelt dezelfde stem mij dat ik gebruik moet maken van een keuzemenu. Ik toets uiteindelijk, na eindeloos geleuter over het juiste menu, een zes in. Weer zegt dezelfde, inmiddels bloed-irritante stem, dat er nog drie wachtenden voor mij zijn. Of ik een achtergrondmuziekje wil of een kiestoon? Zuchtend kies ik voor het muziekje. Een foute keus. Het muziekje heeft z’n beste tijd gehad. Het geluid klinkt blikkerig. De gezongen tekst hapert.
„Goedemorgen, wat kan ik voor u doen?”
Ik schrik op en wil net beginnen met mijn verhaal. Op de achtergrond hoor ik gelach en de verbinding wordt abrupt verbroken. Stoom komt uit mijn oren. Het hele circus begint weer opnieuw. Na een half uur krijg ik eindelijk iemand te pakken. Boos uit ik mijn ongenoegen. „Het inloggen bij u op de website is onmogelijk.”
Account geblokkeerd
„Klopt uw wachtwoord wel?”
Ik hoor de twijfel in haar stem. „Ja, die is juist”, zeg ik grimmig.
„Ik zie dat uw account is geblokkeerd. U heeft drie keer een fout wachtwoord ingetoetst.”
Weer probeer ik, net zoals alle zeven voorgaande jaren, uit te leggen dat het wachtwoord klopt en er iets mis is met het systeem. Zonder pardon zegt ze: „U kunt het beste een nieuw wachtwoord aanvragen. Daarna logt u met het nieuwe wachtwoord in.”
Knarsetandend bedank ik haar, en weet dat een discussie zinloos is.
Het nieuwe wachtwoord biedt uiteraard geen oplossing. Geïrriteerd ga ik het belproces nogmaals in. Hebbes, de juiste persoon neemt na twintig minuten op. „Ik krijg een foutmelding na het aanvragen van een nieuw wachtwoord.”
„Ik kijk even met u mee. Dat is vreemd, dat is heel vreemd. U heeft gelijk, ik laat de IT-afdeling er meteen naar kijken.”
„Stuurt u mij de jaaropgave maar per mail, nu het inloggen toch niet lukt.”
Ik klink wanhopig. Hij weet te vertellen dat dit in verband met privacy niet mag. Ik bal mijn handen tot vuisten. „Mevrouw ik kan u deze wel per post sturen. Als u geluk heeft, ontvang u deze morgen en anders wordt het uiterlijk woensdag.”
„Zucht.”
Het is inmiddels vrijdag.