Een grote klerezooi

I. Bolluyt 18 feb 2021

Het begon met een Oudejaarsconference. De avond voor de eerste lockdown hing mijn buurman uit te raam, behoorlijk beneveld, zijn grootste angst met de gehele straat te delen. Het idee dat hij aan huis gekluisterd moesten blijven in één ruimte met zijn echtgenote, gaf hem een totale paniekaanval.

Waar zijn echtgenote bij was, slingerde hij nogal wat krachttermen met het woord corona eraan geplakt, de straat in. Geen Ajax meer kijken in de kroeg, geen ommetje meer maken en ook het uitzichtloze, maakte mijn buurman, nogal opstandig en angstig.

In de daaropvolgende maanden zag ik aan zijn gelaat, dat de kruik zijn beste vriend was geworden. Stiefelend liep hij, als een hondje zonder eigenaar, zijn rondje.

Ik bloeide juist op

Om mij heen steeds meer groeiende ellende van vrienden en hun zaken of die hun ouders verloren aan corona. Maar ook mijn eigen puberdochter die weinig tot geen sociaal leven meer kon onderhouden, behalve online of soms illegaal in een park. Dat ik juist opbloeide van de lockdown en de rust thuis, de stad weer in al haar schoonheid kon omarmen én iedere ochtend dankbaar was voor mijn gezondheid en dat van mijn dierbaren, werd niet gedeeld. Meestal werd ik voor een hysterische sjamaan zonder baan aangezien met de tekst : knap hoor, die instelling.

Uiteindelijk struikelde ik over mijn eigen positivisme; ik  kwam in een kuil van uitzichtloosheid terecht. Het verdriet van mensen trok ik mij toch steeds meer aan en thuiswerken voelde als een verkeerd gekozen studie met alleen maar hoorcolleges.

Alles wordt een keer opgeruimd

Ik liep mijn rondje en kwam mijn buurman tegen. Hij vroeg mij in onvervalst Amsterdams of ik het nog een beetje trok. Ik schokte met mijn schouders en hij zei: „Mop, het is gewoon een grote klerezooi, maar weet je, elke klerezooi wordt een keer opgeruimd. Of door jezelf, of door je naasten of gewoon omdat iedereen een beetje meedoet.”

Dat beetje Amsterdamse Troost, bracht het me net dat zetje om te glimlachen en het maar te accepteren. De buurman tettert weer als vanouds op straat en heeft een beetje mijn rol van dominee overgenomen. Wat hem daartoe heeft gebracht, werd mij duidelijk na afgelopen weekend; zijn vrouw is vrijwilligerswerk gaan doen en is daardoor behoorlijk veel uren van huis. Opgeruimd staat netjes.