De belofte van de toekomst

Marcel Eckenbach 5 nov 2020

Tijd blijft een ongrijpbaar fenomeen. Een kunstmatige dimensie waar we niet buiten kunnen. Als dit moment van lezen een tel oud is dan is het feitelijk al vervlogen. Dan is het verworden tot een stukje herinnering en volgens sommigen een stukje van onze ziel. Tijd geeft in ieder geval het belang van het moment aan.

Als kind was het na schooltijd steevast voetballen op de veldjes tussen onze flatgebouwen. Iedereen was buiten. Of het nu om een partijtje voetbal, kerstbomenjacht of een sneeuwballengevecht ging. Anders hadden we altijd nog televisie met Ned 1 en 2. Het leek alsof de zomers warmer waren en de winters kouder. Ik lieg niet als ik zeg dat ik op straat heb geschaatst. Van milieuvervuiling had nog nooit iemand gehoord en naast Nederlandse kwam je hooguit Indische en Surinaamse gezinnen tegen. Zwarte Piet was nog een onschuldige kindervriend die met de Sint onder begeleiding van een heuse drumband met majorettes de wijk een bezoek bracht. Cruijffie en de Kromme, Ard en Keessie, maar ook de autoloze zondag en de man op de maan mocht ik meemaken. Het idee dat iedereen over een apparaatje zal beschikken waarmee je met iedereen over de hele wereld in contact kan komen was Star Trek-fantasie, maar een machine die automatisch de vaat voor je zou doen zou straks wel eens mogelijk kunnen zijn.  Het verleden was armoe, maar de toekomst is veelbelovend. Hoe vaak kroop ik niet in de nepbontjas van mijn moeder? De geur en het gevoel gaf mij een ervaring van veiligheid. Vuurwerk kopen aan de hand van mijn vader. Het leven leek zo eenvoudig en overzichtelijk.

Het kan altijd beter

We worden er bewust van gemaakt dat we met een kwinkslag naar het verleden mogen kijken, maar ons vooral bezig moeten houden met de toekomst. We worden net als vroeger geleerd dat het vroeger allesbehalve beter was dan vandaag. Goed is nooit goed genoeg want het kan altijd beter. Waarom met z’n allen buiten voetballen terwijl we dat van huis uit kunnen doen? We zijn immers allemaal connected. Het idee van vliegende auto’s is Back to the future-fantasie, maar binnen enkele uren aan de andere kant van de wereld vertoeven door supergeleiding of rakettechniek zou straks wel eens tot de mogelijkheden kunnen behoren.  Ik weet dat alles om de toekomst draait. Ook dan zal het verleden allesbehalve beter zijn. Maar kan iemand mij uitleggen waarom ik soms, heel soms een beetje heimwee heb naar vroeger?