Fantasieën zijn niet altijd fantastisch en de realiteit evenmin

Sien Boonen 26 aug 2020

Je twintiger jaren zijn je selfish jaren. Ontdek het leven en doe wat je altijd al hebt willen doen. Ben egoïstisch met de tijd en geniet. Reis, studeer en woon in een grote stad ver weg van het bekende. Omarm het geluk. Maar, voordat je het geluk in je armen sluit, dien je het eerst te vinden. 

Zoekt en gij zult vinden, schrijft de Bijbel, maar is geluk wel vindbaar in de grote stad? Misschien houdt het zich verborgen omdat het geluk weet dat de zoektocht vele malen mooier is dan het uiteindelijk vinden ervan?

Leven

Vanuit mijn kleine kamer op driehoog kijk ik uit op het Leidseplein. Een mix van kots en afgedankte sigaretten liggen verspreid over de straten. Mijn enkelglazige kamerraam kan door slecht onderhoud maar tot een kiertje open, al is dit genoeg om de geur van dronken toeristen tot diep in mijn neusvleugels te ruiken. Ik neem het allemaal voor lief want ik wil het leven leven.

Het onbekende roept mijn naam. Een nieuwe studie in een nieuwe stad met nieuwe mensen. Ik ben klaar om losbandige avonturen te beleven waar ik tot nu toe alleen nog maar van droomde op mijn zolderkamer bij mijn ouders thuis. Over zonnige dagen in het Vondelpark met goedkope witte wijn, wachtend tot het donker word zodat ik kan staren naar de sterrenhemel. Ik zal jongens en meiden ontmoeten waarvan ik de namen van vergeet en samen zullen we dansen totdat onze voeten zweven boven de vloer. Ik zal dwalen door een donkere stad die nooit slaapt. Nachten kennen hier geen einde – totdat de vogels beginnen te fluiten en het besef komt dat de nacht wel degelijk een einde kent. Een gore kater zal tot in het diepste van mijn ziel doordringen en ik realiseer mij dat ik het leven leef.

Spijt

De nacht wacht overdag geduldig om herboren te worden en net zo geduldig wacht ik tot ik deze fantasieën werkelijkheid kan maken. Mijn fantasieën zijn wild, dus ik bewaar ze veilig. Ik stel ze uit, bang om spijt te krijgen.

Onder een warme douche spoken er scenario’s door mijn hoofd. Waar wacht ik op? Waarom kies ik voor het veilige? Ik wil toch leven? Een ijskoude waterstraal bevriest voor heel even mijn geweten en dit is de druppel. Spijt hebben komt altijd later, maar later is voor mij te laat.

Ik droog me af en kleed mij aan. Ik wil spijt niet ontmoeten. Nooit niet. Tramgeluiden rinkelen mijn kamer binnen en ik ben klaar om het geluk te omarmen. Fantasieën zijn niet altijd fantastisch en de realiteit evenmin dus trek ik mijn leren jas van de stoel en draag het als schild. Vastberaden als een krijger die klaar is voor zijn strijd. Met mijn witte sneakers stap ik over een zee van kots die drijft voor de voordeur. De avondzon schijnt mij tegemoet en ik ben klaar om het geluk te omarmen en het leven te leven.