Een onschuldig kinderspel… toch?

Imka Meuwese 31 aug 2020

Wie kent het niet, stoelendans. Al op heel jonge leeftijd wordt dit spel met ons gespeeld en als we volwassen zijn geven wij het weer door aan de volgende generatie. Het is immers zo’n leuk kinderspel. Maar is dat wel echt zo?

Ga eens terug in de tijd en zie het volgende voor je; Een groep jonge kinderen gaat voor de allereerste keer een spel spelen en krijgt een korte uitleg: ‘Jongens en meisjes, we zetten zo meteen muziek op en jullie mogen om deze stoelen heen gaan dansen. Als de muziek stopt dan gaan jullie zitten, goed? Oké, daar gaan we dan!’ En de muziek start. Alle kindjes dansen vrolijk en onbezorgd, draaien tussendoor nog eens een rondje, lachen en zwaaien misschien nog naar een van de ouders die staat te kijken. Kortom, het is een vrolijke bedoening.

Teleurgesteld

Dan stopt de muziek en de kinderen gaan zitten maar niet allemaal zijn ze even snel. Lieneke danst nog een extra rondje, Sem zwaait nog naar een vriendje en Dagmar kijkt naar de vlinder die boven haar hoofd vliegt. Als het laatste kindje wil gaan zitten merkt het dat er 1 stoel te weinig is. Dat is zeker een vergissing want waar moet ze nu gaan zitten? Verbaasd en vragend kijkt zij om zich heen als de juf roept: ‘Jij bent af Lieneke! Kom maar aan de kant, jij doet niet meer mee.’ Alle ogen zijn op haar gericht en verbouwereerd en teleurgesteld druipt ze langzaam af terwijl ze wordt nagestaard door de andere kinderen.

Razendsnel dringt het nu tot alle aanwezigen door hoe dit spel blijkbaar werkt. En vanaf dát moment, vanaf die aller eerste keer, zal het spel nooit meer hetzelfde zijn. Niet één kind zal nog onbezonnen en vrij rond de stoelen dansen.

Buitenspel

Wat leren wij onze kinderen hiermee eigenlijk? Dat het in dit leven om winnen draait en dat je ten alle tijden moet zorgen dat je de beste en snelste bent want anders hoor je er niet bij? Dat de wereld één grote competitiestrijd is en dat je hieraan mee moet doen om niet buitenspel gezet te worden?

Bij de volgende ronde zal niet één kind meer vrijelijk dansen. Iedereen is op zijn hoede en zodra de muziek stopt zal niemand nog even snel een rondje draaien of treuzelen. Sommigen houden angstvallig de stoel al vast tijdens het dansen want het is nu menens en er zal gevochten moeten worden om in het spel te blijven. Letterlijk desnoods, met duwen, trekken en ellebogenwerk.

Herinnert u het zich weer? En vindt u het nu nog steeds zo’n leuk kinderspel? Of wordt het misschien tijd voor verandering en kunnen we een positievere variant bedenken?