Leve de kustwacht

Monique Louis 31 aug 2020

Onlangs vernam ik van mijn tante dat haar kleindochter als lifeguard werkt. In Zeeland maakt ze deel uit van een reddingsteam aan de kust. Hoe stoer is dat.

Opgegroeid in een plaats vlakbij Hoek van Holland, lopen het strand en de zee als een rode draad door mijn jeugd. Afgelopen maand hoefden de strandwachten van de Reddingsbrigade zich niet te vervelen, las ik. Er was een record aantal reddingsacties. Niet allemaal levensbedreigend, maar toch.

Mui-stroom

Hoe kun je zo stom zijn? De stromingen van de zee zijn verraderlijk. De zogenaamde muien, waar je in terecht kunt komen. Het gevaar van een mui is de heel sterke stroming die kan ontstaan tussen twee zandbanken in. Je kunt ernaast staan zonder dat je er erg in hebt. Zodra je een stap opzij zet kun je door de mui-stroom mee de zee in worden gezogen.

Het advies van de lifeguard is om je te laten meevoeren, de zee in. Zodra de stroming minder sterk is, zwem je een stukje parallel aan de kustlijn. Je komt dan vanzelf op of voor een zandbank terecht. Daar rust je even uit en dan zwem je terug naar de kust. Nog nooit hoeven meemaken, gelukkig.

Parachute

Mijn eerste vakantie alleen was naar Zlatni Piasaci (Goudstrand), een Bulgaarse badplaats aan de Zwarte Zee. Ik was negentien. Op het plaatselijk strand zag ik de een na de ander in een tuigje onder een parachute hoog in de lucht boven zee, voortgetrokken door een speedboot. Voor ik het wist stond ik in de rij. Mensen uit mijn reisgezelschap zagen hier vanaf, ouder dan ik, was hun bril misschien minder roze.

Toen ik aan de beurt was, moest ik rennen langs de kustlijn in het natte zand. Tot het lange touw waarmee ik vastzat aan de achterkant van de speedboot strak stond en ik vanzelf opsteeg door de vaart die het bootje kreeg. Dat ging gepaard met een schok in mijn rug, waarin ik van hollen in het zand, tot half in de lucht spartelde als een tekenfilmfiguurtje. Ik trok aan het rechter koord, waarna de parachute openging. Daar hing ik dan. De eerste tien minuten hield ik mijn ogen stijf dicht, daarna keek ik naar de zee onder me, het strand, met mensen als poppetjes, boven me het felgekleurde scherm. Magisch.

Tijdens het landen kwam ik per ongeluk in zee terecht, waar anderen netjes landden op het natte zand, hooguit tot de kuiten in het water. Vanuit de lucht zag ik mensen toestromen, druk gebarend keken ze omhoog. Daar kwamen de lifeguards, voordat ik kon verzuipen in zee bedolven onder de parachute wisten ze me op te vangen.