Skypen voor gevorderden

Monique Louis 14 apr 2020

Sinds januari dit jaar, woont mijn moeder in het verpleeghuis. Zij stond al op de wachtlijst en we trokken aan de bel. De situatie thuis was inmiddels onhoudbaar. Vlak voor de kerst kregen we bericht dat er een kamer voor haar vrij kwam. Een duizelingwekkend grote stap.

Op 15 maart kwam het onheilsbericht dat door besmettingsgevaar, het verpleeghuis geen bezoek meer mag ontvangen.
Niet meer naar buiten voor een ommetje, mijn moeder schuifelend naast me, arm in arm. Niet meer een gesprekje onder vier ogen op haar kamer, waar ze even haar verhaal kwijt kan, ik haar een knuffel geef, haar aan het lachen maak tijdens het onderonsje, in een taal, die alleen wij snappen. Niet meer samen koffie drinken in de Brasserie van het tehuis. De brasserie die zo gezellig is, dat je je in een hotel waant, wat troost geeft.

Na het bericht, ontvang ik al snel een mail van verzorger Kevin, die vertelt dat ze de tablet hebben klaarstaan om te kunnen beeldbellen. Om en om, skypen mijn broer en ik met haar. Ook haar vriendin heeft afgelopen week met mijn moeder gesproken via beeldbellen. Ze heeft er zelfs een filmpje van gemaakt en naar me opgestuurd. Ik zie mijn moeders vertrouwde gezicht in beeld tot net onder haar neus. Tot nu toe, komt het gelegen. De verpleging doet er alles aan om mijn moeder met ons te laten praten. Meestal zit er een verzorgster naast. Een keer vroeg ik om een gesprekje tussen vier ogen. Dit was geen probleem.

In haar dossier lees ik dat mijn moeder enthousiast meedoet met zandzakjes gooien op de gang (hier zou ik graag eens een foto van zien). Ook heeft ze koffie geschonken, gezongen, en appels voor de appeltaart geschild. Nu de vrijwilligsters niet meer kunnen assisteren bij de activiteiten, heeft de verzorging deze taak ook op zich genomen.

Gisteren was mijn moeder verdrietig tijdens ons beeldgesprek, dat is even slikken. Vandaag verneem ik van mijn broer dat ze glunderend had laten weten dat ze net een grote slagroompunt heeft gegeten. ‘Als dit zo doorgaat, pas ik mijn broeken niet meer’. Slagroom is het lekkerste wat er bestaat, dat weet iedereen die mijn moeder kent. Met veel plezier werkte ze zelf jarenlang in een banketbakkerswinkel.

Als ik inlog in haar zorgdossier lees ik dat nota bene de Bank, de bewoners en verzorgers van het verpleeghuis had getrakteerd. Een sympathiek gebaar in deze corona crisis. Op gebak van Patisserie Holtkamp. Holtkamp, de concurrent van de winkel waar mijn moeder werkte.