Ik moet helemaal niks

John Mulder 26 aug 2019

Er is een bekende cartoon met twee plaatjes. In het eerste plaatje vraagt de spreker een menigte wie verandering wil. Alle handen gaan omhoog. In het tweede plaatje vraagt de spreker wie wil veranderen. Alle handen blijven omlaag. Het tekent de houding van veel mensen in onze samenleving.

Schijtziek worden velen van het idee dat ze niets meer mogen en van alles moeten. Ze mogen niet meer roken, in oude diesels rijden, op gas stoken, kiloknallers kopen, zeven keer of vaker per week douchen … Velen zetten de hakken in het zand wanneer hen gevraagd wordt een bijdrage te leveren. Ze zien de gevraagde bijdrage vooral als offer dat ze moeten brengen.

Zolang ik er beter van word of er in elk geval geen last van heb, mag de overheid doen wat ie wil. Dat lijkt de algemene consensus te zijn ten aanzien van overheidsbeleid. We zijn verwende kinderen in een land waar veel goed is geregeld. Zelfs iets eenvoudigs als het opruimen van eigen troep in de openbare ruimte is voor veel mensen al een offer dat ze niet willen brengen. Dat moet de overheid maar doen. Zo komen we natuurlijk nergens.

Persoonlijk ervaar ik helemaal niet dat ik zo veel moet of zo weinig mag. Wanneer het om een gezonde leefomgeving gaat die verder reikt dan mijn eigen voordeur ben ik me echter wel bewust van mijn gedrag. Ik besef dat ik op kleine schaal mijn bijdrage kan leveren.

Ik heb een auto, maar die gebruik ik zo weinig mogelijk en zeker niet voor korte ritjes. Wanneer ik appels haal bij de supermarkt, dan pak ik een papieren zak of ik neem ze gewoon los mee. De appels smaken er echt niet minder om. Het onvermijdelijke plastic verzamel ik in een aparte container. Glas gaat naar de glasbak. Douchen doe ik twee keer per week, lauw – tegen koud aan – en hooguit twee minuten. Wanneer ik op straat zwerfvuil zie liggen, dan raap ik het vaak op en gooi het in een afvalbak. De wc voor de kleine boodschappen trek ik een op de vijf keer door. Meer is alleen maar waterverspilling. Het is allemaal een kleine moeite en geen offer.

Ben ik dan een milieuheld? Echt niet. Ik besef alleen dat ook ik, als consument, invloed heb op de kwaliteit van mijn leefomgeving: negatief, en daarom logischerwijs ook positief. Ik moet dus helemaal niks, maar doe veel dingen graag omdat ik ervan overtuigd ben dat ik een bijdrage kan leveren aan een betere, schonere wereld. Mijn uitgangspunt is: wanneer ik verander, dan verandert de wereld ook een heel klein beetje. Het is geen moeite, laat staan een offer.