Grachtengordelsnob
Er zijn opvallend veel overeenkomsten tussen drammerige schoonmoeders en Amsterdamse muizen. Ze komen vaak onaangekondigd op visite en als je ze in de verte ziet aankomen, schiet je uit reflex achter een willekeurig meubelstuk. Afijn, verschil moet er wezen. Want waar de één recalcitrant voor de deur blijft staan tringelen, ziet de ander uit wederzijdse paniek toch maar af van het bezoek. Om drie minuten later alsnog een nieuwe poging te wagen.
Om voor dat laatste een rits effectieve afschrikkingsmaatregelen te verzamelen, onderwierp ik een aantal mede-Amsterdammers aan een vragenvuur. Afdichtende proppen aluminiumfolie, vriendelijke vallen, minder vriendelijke vallen, een sluwe poes, een dozijn waarschuwingsflyers; alles passeerde de revue. En alles wilde ik diezelfde middag nog in huis halen.
Om m’n tegensputterende wederhelft – van huis uit een dierenvriend – tegemoet te komen, legde ik zo nu en dan wat lekkernijen in het zicht. Maar voor de knapperige gifkorrel, afgetopt met 100 pindakaas pindakaas, haalden ze afkeurend hun snuitjes op. En ook het stuk Maaslander heeft wekenlang onaangeroerd in een ijzeren kooi gelegen, die – op schaal – toch weinig afdoet aan een Oud-Zuidse pop-up bistro met een industriële feel.
Het duurde dan ook niet lang voordat ik het woord ‘grachtengordelsnob’ terloops liet vallen, waarna de muis in kwestie me zonder twijfel een ‘zuinige yup’ of ‘Lidl-wijn sippende proleet’ heeft genoemd. Geregeld zetten hij en z’n gezin het daarom maar op een kakken op ons hagelwitte fornuis, waarschijnlijk als represaille voor wat verloren korrels goedkope couscous en een overgebleven snippertje vegavlees. Het moge duidelijk zijn dat beide kanten niet van plan waren voor elkaar te wijken.
Tot vorige week. In de gangen ging het rond dat de nieuwe overburen in hun luxueuze loft waren getrokken en twee tassen vol Marqt-conforme producten naar binnen hadden gesleept. En inderdaad. De muis en zijn telgen hebben zich niet meer laten zien en ook onze kookplaat slaakte een zucht van verlichting. Het buurmeisje daarentegen hebben we al fanatiek op de bank zien springen. Of dat uit onuitputtelijke kindervreugd of door rondschietend gedierte was, blijft voor ons nog steeds gissen.