Grand Hotel Europa
Ilja Pfeiffer heeft een nieuw boek geschreven: Grand Hotel Europa. De richting van schrijven leidt de lezer tot diep in het verleden. Het Europese verleden, welteverstaan. Europa heeft een glanzende historie, iets waar andere continenten soms met jaloezie naar kijken. Tot ik dit boek had gelezen, was ik in de overtuiging dat wij het als Europeanen wel goed voor elkaar hebben. Een Unie die ons aller beschermt, sociaal-economisch. Vrijhandel tussen lidstaten. Kortom; het gaat best goed met ons. Toch is de gemiddelde Europeaan bang en wringt er iets; wat verklaart onze angst voor vernieuwing?
Er is zoiets ontstaan als een Europese identiteit, wat natuurlijk best bijzonder is. Wat is Europa nu meer, dan een op papier geschreven afspraak tussen een aantal landen? Italië heeft niks te maken met Nederland en Duitsland lijkt in niets op Zweden. En nu zijn wij, Europeanen, bang. Bang voor vernieuwing, zo betuigt Pfeiffer. Bang voor immigranten en bang voor een nieuw tijdperk.
Wij zijn blijven hangen in het verleden. Gastarbeiders waren, toen zij keihard nodig waren, meer dan welkom. Nu willen wij ze kwijt. Of liever nog, zij blijven waar ze zijn. Maar waar zijn wij, Europeanen, nu precies bang voor? Het verliezen van onze banen, huizen en identiteit. Maar wat zijn wij als ruimdenkend continent nog waard, als wij weigeren de toekomst recht in de ogen aan te kijken? Toekomst is vernieuwing, of wij dit nou willen of niet. Toekomst is kijken naar wat er te doen staat, en dit oplossen. Bij toekomst hoort dus verantwoordelijkheid pakken, voor politiek en óók voor economische vluchtelingen. De vraag moet dus niet zijn óf wij immigratie toestaan, maar in welke mate.
Pfeiffer stelt in zijn boek dat het toelaten van een andere cultuur niet per se betekent dat deze cultuur de huidige vervangt. Culturen vlakken elkaar af en voegen wat aan elkaar toe, totdat er een nieuwe ontstaat. Ook dit is vooruitgang.
Immigranten zijn, politiek of economisch vluchteling, wat mij betreft welkom. In tijden van vergrijzing is immigratie een welkom fenomeen. Echter, wij kijken liever terug naar toen het nog ‘goed’ was. Zolang wij dit blijven doen en de toekomst voor lief nemen, zit er voor de toekomst niets anders op dan te teren op het verleden. En daar weiger ik aan mee te werken.