Geslaagd!
Het is druk op het station, en ik haast me naar de trein. Ik heb nog 4 minuten. Met flinke passen murw ik me door de mensen massa en ik erger me aan mensen die in het ‘loopgebied’ stil staan.
Bezweet spring ik op tijd de trein in en zie dat er gelukkig nog plek is om te zitten. Tegenover me zit een jonge vrouw van rond de 25. Enorme bos krullen en guitige sproetjes die haar een vrolijk gezicht geven. ,,Warm hé”, zegt ze terwijl ze een krul naar achter veegt. De krul springt gelijk weer terug en driftig probeert ze het plukje achter haar oor te doen. Ik ken het probleem: krul die lastig doet.
,,Ja het is behoorlijk warm’, antwoord ik, ,,vooral als je je moet haasten.” Ze lacht en ik zie een rij prachtige tanden. Zo zou ik die ook wel willen hebben, bedenk ik me. ,,Ik ben de stad in geweest en zo leuk geslaagd”, vertelt ze. ,,Supergave jas gescoord. Duur, maar dat mag ik aan mezelf uitgeven vind ik.”
Ik voel een verhaal aankomen en ik heb gelijk. ,,Ik ben de jongste van de vier. Één broer en twee zussen. Altijd kreeg ik de afdankertjes van mijn zussen. Niet omdat mijn ouders geen geld hadden – want mijn pa heeft een eigen accountantskantoor en mijn moeder was makelaar tot 2 jaar terug – maar omdat ze het zonde vonden. Met name mijn oudste zus kreeg de mooiste dingen en die kreeg ik dan als het haar te klein werd. Ook mijn andere zus kreeg vaak nieuwe kleding, want ze was net zo groot als mijn oudste zus. Dus ik heb me voorgenomen, nu ik volwassen ben, om, als ik iets nieuws wil, het gewoon te kopen.”
,,Of je gelijk hebt”, antwoord ik en denk aan mijn eigen jeugd. Ik heb een groot deel in het kindertehuis doorgebracht en daar was het heel normaal dat kleren van kind naar kind gingen. Ik had soms wel zesdehands kleren. Ik bedenk me dat ik me daar nooit druk om heb gemaakt.
Ik zie dat ze vol trots in haar tas kijkt en ze haalt de jas eruit. ,,Ben zo blij dat ik geslaagd ben”, zegt ze glunderend. ,,Ik moest echt een nieuwe jas hebben.”
Het is een afzichtelijk knalrode jas met een enorme kraag en ik zie het prijskaartje bungelen en ik wil zo graag zien wat het gekost heeft. Maar ik heb mijn bril niet op. Alsof ze mijn gedachten kan lezen zegt ze: ,,Afgeprijsd van tweehonderdvijftig naar honderdvijfenzeventig.” Jezus, dat ding had nog geen tien euro mogen kosten, gaat het door me heen. ,,Mooi hé”, zegt ze glunderend. ,,Heel mooi”, lieg ik.
,,Zo, ik ga eruit”, zegt ze en doet de jas terug in de tas. ,,Het liefst doe ik de jas gelijk aan maar het is me te warm. Dáááág! Goed weekend”, roept ze vrolijk. ,,Goed weekend”, antwoord ik.