een dooie tuin
Ik sta nu in mijn eigen tuin op mijn eigen grond
Met mijn eigen gezaaide plantjes.
Mijn tuin over te besproeien met water.
Omdat al mijn plantjes dood zijn.
Maar wat ik ook probeer om ze te redden.
De plantjes blijven doodgaan.
En hoe dood mijn tuin al lang is.
Ik probeer ze toch te redden met water.
Ook al kan de dood allang niet meer intreden.
En ook al zit ik nu in mijn badkamer.
In een bootje te varen die ik niet heb.
En te fantaseren over een tuin die ik niet heb.
Straks loop ik wel mijn huis uit.
In een boog naar mijn tuin toe.
Om er vervolgens met een schoffel.
Het onkruid weg te halen uit mijn tuin.
Om mijn dooie plantjes te redden.
In dus mijn tuin die ik niet heb.
En ook al was die boog een rechte weg.
Lopen is hetzelfde als fietsen met twee wielen.
Als een rondje lopen in mijn tuin die ik niet heb.
Dooie plantjes, dooie plantjes, waar zijn jullie?
In je tuin om de hoek die je niet hebt.