Dolfijnenshows: leuk of leed?
De afgelopen tijd komt het Dolfinarium steeds meer in het nieuws. Winkels of reisorganisaties bieden kaartjes aan met flinke kortingen, maar daar tegenover staan veel dierenwelzijnsorganisaties die het park flink onder de loep nemen.
Bij het denken aan een dolfinarium visualiseert men zich al gauw vrolijk kijkende dolfijnen die door hoepels springen, ballen overgooien en die toeristen die met hen zwemmen een natte kus geven.
Vooral dat laatste is dankzij de opkomst van het delen van selfies met wilde dieren op social media erg populair geworden: hoe cool is het wel niet om op jouw Instagram een stoer vakantiekiekje met een dolfijn te delen?
Volgens mij is dat dus eigenlijk helemaal niet cool.
Zelf ben ik ook één keer naar een dolfinarium geweest, toen ik een jaar of veertien was. Ik herinner me dat er heel veel toiletten en eetgelegenheden waren, maar wat me het meest is bijgebleven, is dat ik me constant afvroeg of de dolfijnen wel gelukkig waren in hun bassins. Dat nare gevoel schreef ik toen af aan het feit dat ik te veel Free Willy gekeken had als kind.
Nu weet ik echter beter, omdat ik mij steeds meer ben gaan verdiepen in dierenwelzijn en hiervoor de nodige documentaires gekeken heb. Maar los hiervan, als ik echt goed erover nadenk, dan is het houden van dolfijnen in zwembadjes en ze trainen om door hoepels te springen eigenlijk wel onnatuurlijk. Dat doen ze in het wild toch ook niet? In het wild zwemmen ze makkelijk zestig kilometer per dag, zijn ze omringd door familie en spelen ze alleen wanneer zij er zelf zin in hebben.
De bekende argumenten ‘de dolfijnen kunnen niet terug het wild in’ of ‘dankzij deze parken blijft de populatie in stand’ snap ik natuurlijk ook echt wel. In gevangenschap geboren wilde dieren kunnen niet zomaar zelfstandig overleven, gewonde dolfijnen kunnen niet meteen terug de zee in en het is natuurlijk geweldig dat diersoorten van uitsterven gered kunnen worden.
Maar waarom moet dat dan betekenen dat we deze dieren als huisdieren of acrobaten gaan zien? Willen we onze favoriete dieren niet het liefst in een natuurlijk habitat zien, waar zij natuurlijk gedrag vertonen? Als we trucjes willen zien, dan kunnen we toch ook naar clowns en goochelaars kijken in het circus?
Het is misschien een controversiële kwestie, maar ik nodig iedereen uit om hierover na te denken. Want in plaats van een dolfijnenshow te bezoeken, kun je natuurlijk ook naar het strand om bijvoorbeeld wilde zeehonden te spotten!