Lezerscolumn: Haarfijn
Iedere werkdag schrijft een lezer van Metro een column over wat hem of haar bezighoudt: Monique Louis
‘Als iemand mama’s haar nog goed krijgt, dan is dat een genie’ zegt zoon terwijl hij met geconcentreerde blik, het futuristisch uitziende wezen van zijn Lego Bionicle in elkaar zet. Kinderen reageren op hun ouders. De beste feedback krijg je van je kind. Dat voelt haarfijn aan wat er speelt, verwoordt glashelder wat het ziet. Ik maak weleens een opmerking over mijn haar, klopt. (heb nu toch weer een middeltje ontdekt, een wonder crème, dat belooft mijn pluiskrullen eeuwig te laten glanzen…)
Ik las een paar zinnen van een gedicht hardop voor. ‘Dan zijn de woorden wijs gemaakt’ zei hij ernstig. ‘Mooi Maarten’ riep ik verrast, toen theatraal, mijn armen in de lucht: ‘Poëzie!’. ‘Stel je niet zo aan, mama’ was zijn reactie. Gisteren tijdens het eten, legde het kind even zijn vork neer, keek eerst zijn vader aan, toen mij, zei: ‘mijn vader is een wijsneus en mijn moeder een zeurpiet’. Zo is het.
Toen hij wat kleiner was onderbrak hij onze discussie eens met de woorden ‘als ik later groot ben, neem ik een teckel en die noem ik Snoopy’. Ontregeld, keken we hem aan, bleven stil. Doel bereikt. ‘Dan moet je wel een lang huis kopen, Maarten’ reageerde man tenslotte, waarop zoon hard lachte.
Man komt thuis, zoon kijkt op. ‘Zo papa, ben je naar de kapper geweest?’ ‘Ik heb al mijn haar ingeleverd en moest er nog voor betalen ook’. Weer die schaterlach. (tijdens een fietstochtje spotte ik ooit een kapperszaak met de naam ‘Een haar beter’. In Culemborg meen ik, dit stemde me vrolijk). Moppen tappen, grappige opmerkingen maken, mannen doen niet voor elkaar onder. Zelf ben ik slecht in het onthouden van moppen. Natuurlijk heb ik het geprobeerd, de eerste zinnen kwamen er vlot uit.
Tegenwoordig ben ik slechts publiek. Onderschat deze rol niet.