Valentijn
Er fladdert een foldertje vanuit de brievenbus op de deurmat. Het is de dag na Valentijnsdag. Ik raap het op, zie dat het post is van zoon. Voor ons, zijn ouders. Er staat een prachtig rood gekleurd hart op, met een trefzekere pijl. Mooi gelukt, vind ik. Ik herinner me hoe Maarten nog niet zo lang geleden, verbeten oefende met hartjes tekenen. ‘Ik begin goed, maar ze mislukken allemaal, kijk maar’. Gefrustreerde blik.
Op de achterkant zijn tekst: ‘omdat ik de postcode van mijn vrienden niet weet, stuur ik deze kaart maar naar jullie, ook omdat jullie goed voor me zorgen, en omdat ik veel van jullie mag, liefs Maarten’. Als hij uit school komt, ziet hij de kaart op tafel liggen. ‘Oh ja, mama dat eerste is een grap. Ik dacht daar kunnen jullie wel om lachen, Papa zeker’ knikt hij.
Juf Jolanda, vond het niet zo’n goed idee, ze zei: dat is toch niet aardig. Toen zei ik dat het humor was. Als jij er achter staat moet je hem zo maar opsturen, had ze gezegd. Nou, dat heb ik gedaan, lacht hij. Ik geef hem een kus op zijn haar. ’s Avonds klinkt de bulderlach van zijn vader.