Het gevecht tussen 2 werelden
Ik zit op een grasveld. Ik voel en zie de wind waaien maar ik hoor het niet. Ik zie vogels maar ik hoor het niet. Ik zie wespen maar ik hoor ze niet zoemen. Ik zie mensen fietsen. Ze komen dicht bij mij langs. Ik hoor ze praten maar ik versta er niks van. Het is een stille wereld waarin ik leef. Mijn ogen zijn tegelijk ook (gedeeltelijk) mijn oren. Mijn ogen ontvangen informatie die ik niet binnen zal krijgen via mijn oren. Tegelijkertijd kan ik kiezen in welke wereld ik wil leven. De stille wereld of de wereld vol met geluid. Soms wordt de wereld met geluid me wat teveel. Dan keer ik terug in mijn eigen stille wereldje. Muziek gaat aan in de verte, ik voel de bass en ik hoor wat tonen. Ik herken de melodie maar verder dan wat hoge tonen komt er niks van. Ik ga liggen, met mijn gezicht naar de lucht toe. Ik doe mijn ogen dicht en ik denk aan mijn isolerend wereldje. Hoe alleen ik ervoor sta, hoe ik samen met mijn stille wereldje en de manier hoe ik communiceer en gedraag met de buitenwereld er voor zorgt dat ik terughoudend ben met vrienden maken.
Ik voel gebonk op de grond, er loopt iemand naar me toe. Hij zegt iets tegen me maar zijn stem is zo laag dat ik een paar keer moet vragen om herhaling. Na drie keer vragen verschijnt er een blik van irritatie op zijn gezicht en loopt weg. Ik ga weer liggen. Ik voel me anders. Mijn humeur is gezakt van tevredenheid naar boosheid en frustratie. Het stille wereldje is (soms) fijn maar dan wordt het wel heel klein en eenzaam.
Ik ga liggen op mijn zij in een foetushouding. Een struik met roze bloemetjes staart mij aan. Langzaam verandert mijn boosheid in verdrietigheid. De tranen biggelen over mijn wangen. Waarom kan ik niet zoals de rest zijn? Een doodnormaal iemand? Maar wat is normaal zijn eigenlijk? Is dat een mens zijn zonder kwaaltjes en nergens last van hebben? Dat lijkt me dan bijzonder knap om dan doodnormaal te zijn. En ook doodsaai, je moet toch ook je verhaal kwijt kunnen bij een verjaardag? Ik droog mijn tranen af. Ik sta op en ga weer met een vriendelijk gezicht de wereld in. Op zoek naar die ene struggle waar ik me vast aan kan bijten en me er door heen kan slaan.