De foto
Je kent het wel, je gaat even bij je ouders langs, want het is pinksteren. Ik open de computer aldaar om even wat te checken en per ongeluk laat ik mijn Facebook account openstaan.
Daarna zit ik nog wat met mijn moeder te praten over zelfrespect, eierkokers en de leukemie van tante L. Na een uur vraag ik mij af waar mijn vader is en terwijl het journaal ondertussen praat over een nieuwe aanslag in Londen, vermoorde meisjes in de buurt van Bunschoten en jihad-verdachten ergens in het land, sluip ik naar het kantoor.
Ik kijk waar mijn vader naar kijkt Mijn vader denkt dat hij in zijn eigen account zit en klikt het laatste gesprek aan. Het is dus mijn account en het duurt slechts enkele seconden voordat de levensgrote foto verschijnt.
We zien op het beeld de uitvergrote dick-pic verstuurd door H uit een iets te groot enthousiasme in dat uit de hand gelopen chatgesprek.
Stilte. Doodse stilte. Zwijgzaam kijken mijn vader en ik elkaar aan. Zweet. Beelden komen voorbij van vroeger, hoe ik als klein kind onschuldig aan zijn zijde leerde fietsen. Ik zie mijn diploma-uitreiking van het VWO toen ik 18 was. Ik zie mijn verhuizing hoe hij mij hielp. Met kasten in elkaar timmeren en muren beschilderen. Maar nu?
Nog steeds is het stil. De bel gaat. Mijn broer met zijn gezin. Mijn moeder doet open, haalt enthousiast het gezin binnen. Na het gedag zoenen wat ongeveer altijd 3,38 minuten duurt komen ze het kantoor binnen. Ineens kijkt iedereen 1 kant uit richting computer en wijzen alle ogen naar de foto. De bel gaat weer. Mijn oom en tante. Mijn moeder haalt ook hun naar het kantoor. Er staan inmiddels 7 volwassenen en 2 kinderen naar een hele grote piemel op het computerscherm te kijken. Mijn oom kijkt glimlachend naar het scherm, vriendelijk als hij is vraagt hij met een schuin hoofd amicaal meegaand kijkend naar de piemel: ‘Hee, wat is dat?’
De aanslag in Londen verbleekt. De verdachten jihadisten verdijwnen op de achtergrond. De vermoorde meisjes komen ineens te vallen in de rubriek: ‘Dat gebeurt wel vaker’.
De dick-pic is op maximale grootte gesteld. Mijn hart bonst in mijn keel. Mijn mond wordt droog.
Mijn moeder spreekt de text:’Iemand koffie?’.
De stilte wordt verbroken. Geroezemoes begint en men praat verder alsof er niets gebeurd is. Ik blijf alleen achter op het kantoor. Ik klik de foto met de muis uit. Met in mijn ziel wetend dat alles nu anders zal zijn.