De balans van positieve discriminatie

Stefan van Horssen 18 mei 2017

Je eerste bijbaan blijft je de rest van je leven bij. “Niet te lang in die koelcel hé, krijg je blauwe wangen van!”, ik was altijd al goedgelovig. Net 16 jaar jong en een tikkeltje naïef. Vakkenvuller bij de Appie en tot het bot gedreven om een paar tientjes in de maand bij elkaar te boksen.

De wekker ging om half vijf in de ochtend. Rond kwart over vijf trok ik op mijn fiets door regen, sneeuw en onweer om de wereld van schappen en versproducten in te stappen. De winkel was dan nog dicht. Mijn werkdag begon bij de achteringang van de XL-winkel, waar ook de éérste vrachtwagens begonnen te stallen. Al vanaf het begin rete-ambitieus. Ik had in mijn jonge leven nog nooit zoveel eelt gezien als toen op handen begon te groeien.

Het had flink wat tijd gekost voordat ik überhaupt ergens aan de slag kon. Lang heb ik overal en ergens gesolliciteerd. Tientallen, honderden brieven geschreven. Desondanks kreeg ik regelmatig ‘niet het gepaste profiel’ of ‘niet genoeg ervaring binnen de branche’ te horen. Aan mijn CV kan het niet gelegen hebben. Uiteindelijk kon ik na flink aanjagen op gesprek bij de supermarktketen.

Eerlijk? Ik was allang blij dat ik aan de slag kon bij de Albert Heijn. Ook in de vroege ochtendploeg. Nu voelt het alsof het een karakter beproeving was. Een soort deug-jij-test die bepaalde of je door mocht naar de avond shifts. Toen dacht ik daar niet over. Of het altijd eerlijk verliep? Werkafspraken, incidenten, het was daar soms zo krom als de puntenverdeling bij het Eurovisie Songfestival. De winkel stond toen trouwens ook al bekend (of berucht) om het massale werven van jongeren. Mijn collega’s en ik waren allang blij dat wij ergens een kans kregen.

Op de wandelgangen sprak men over het fenomeen van je 19e levensjaar. De onvermijdelijke ‘je wordt te duur’ afscheidsbrief die je dan zou ontvangen. Zoals ‘die en die’ dat ook hadden gehad. Traditie. Het mooie? Meeste van ons zouden dan allang weg zijn. Ontslagen of vertrokken. Want daar, in die discriminerende Albert Heijn, kwam ik voor het eerst op eigen benen te staan. Begon ik voor het eerst mondig te worden en op te komen voor mijn recht. Het was een natuurlijke doorstroming.

Nu is Albert Heijn schuldig bevonden. Jammer. Niet omdat het altijd de leukste of eerlijkste bijbaan was, wel omdat dit betekent dat de ingeperkte groep ervaringsloze jongeren het nu nóg moeilijker gaat krijgen door grijze bollen quota’s en modder gooiende activisten.