Veertig Plus
Het kamertje is klein, des te groot is het apparaat dat op mijn neus wordt gezet. Even later tikt het stokje van de opticien met ferme tikken op het letterbord. De eerste rijen gaan prima, maar dan wordt het lastig. Ik hoor mijn dochter hardop zuchten als ik de ‘c’ aanzie voor een ‘o’. Ooit leerde ik haar lezen, nu leest ze mij de les.
De meneer van de brillenzaak is niet onder de indruk. "Heel normaal op uw leeftijd. Vanaf veertig gaan de ogen achteruit. Tijd voor een leesbril." Terwijl hij het vonnis, min één, uitspreekt, schuift hij het apparaat opzij. Niks schrikbarends, maar de combinatie die hij legt met mijn leeftijd stemt me minder vrolijk.
Vorige week bij de mondhygiëniste was het de ‘paradontitis’ die me uit mijn vrolijke doen haalde. Ik ging voor een routinecontrole en werd naar huis gestuurd met een folder over terugtrekkend tandvlees.
De strekking wordt me langzaam duidelijk. Na je veertigste gaat er van alles hangen, zoals je oogleden en je vel. En als het niet gaat hangen, trekt het zich wel terug: van je zichtvermogen tot je tandvlees.
Terwijl we terug naar huis lopen, denk ik aan mijn oude tante Berta. Ze was al behoorlijk op leeftijd, maar daar wilde ze beslist niets over kwijt. Sterker nog: het was het best bewaarde geheim binnen onze familie. Als kind haalde ik het in mijn hoofd om te midden van een huis vol verjaardagsvisite dé vraag te stellen. "Hoe oud bent u eigenlijk tante Berta?" De gesprekken stokten, nerveuze kuchjes vulden de kamer en alle blikken waren op mij gericht. Ik begreep niet dat je van je leeftijd zo’n groot probleem moest maken. Inmiddels is tante Berta er al jaren niet meer en ik zie nu dat ze een punt had. Ik wens mijn leeftijd soms ook liever te verzwijgen.
Maar vanaf dit jaar ga ik me er niet meer druk om maken. Dat is mijn goede voornemen. Er zijn genoeg mensen die deze leeftijd niet eens halen, ik zou me moeten schamen. Dus ik concentreer me vanaf nu op de dingen die goed zijn. En er zit heus nog wel iets strak. Mijn heupbroek bijvoorbeeld…