Vechtscheiding: waar er twee vechten hebben er…?

Marijke Groot 3 jan 2017

‘Waar er twee vechten, hebben er twee schuld’. Dat klinkt heel aannemelijk. Ook ik heb het vast eens gezegd tegen mijn kinderen om me er snel van af te maken. Het ging dan om ruzies waarbij ze allebei met dezelfde pop/trein/auto wilden spelen. Misschien trok er één aan het kortste eind door mijn reactie, maar de kans dat er één heel ernstig benadeeld werd, was klein.

Hoe anders is het, als twee volwassenen gaan scheiden. De één wil alles in goed overleg doen en de ander voelt zich zó in de steek gelaten, dat deze zweert ‘de ander kapot te maken’. Al snel wordt er dan tóch gesproken over een ‘vechtscheiding’, en al snel hoor je de gevleugelde uitspraak ‘waar er twee…’ Precies. Als kind van gescheiden ouders heb ik ervaring met zo’n ‘vechtscheiding’. Mijn vader wilde niet scheiden en voegde ook daad bij woord toen hij zwoer mijn moeder ‘helemaal kapot te maken’.

Vanaf het moment dat mijn moeder het huis ontvlucht was -dat was nodig- kregen wij, drie kinderen van 11, 14 en 15, te horen dat mijn moeder mijn vader al járen slecht behandelde. Ze zou ook vreemd zijn gegaan. Niet één keer, maar heel vaak. Eigenlijk was ze een hoer. Onze liefste moeder! En hij deed toch best vaak gemeen tegen haar? Nou, dat was dus omdat zij hem altijd zo’n verdriet deed.

Álles geloofden wij. Met open mond hoorden wij de verhalen die avond tot diep in de nacht aan. We wilden eigenlijk niks meer van haar weten. Alleen ik wilde haar blijven zien. Vanaf die tijd was ík volgens mijn vader ‘het hoerenkind’. Ik werd verguisd. Hoe dúrfde ik hem zo veel pijn te doen door ‘haar partij te kiezen’? Jarenlang hebben we de meest vreselijke dingen moeten aanhoren en werden we bij onze moeder weggehouden. Ondertussen stalkte hij haar. Tegen vrienden en familie werd gezegd ‘dat hij het ook niet snapte, want hij probeerde ons écht naar onze moeder te krijgen, maar wij wilden écht niet!’ En iedereen geloofde het. Zomaar. Van school tot buurvrouw. Van oom tot rechter.

Heel wat jaren zijn we nu verder. Mijn broertje pleegde suïcide na een ongelukkig leven. Mijn zus en ik zien onze vader al zestien jaar niet meer, maar hebben wél een hechte band met onze moeder.

Het is goed je te realiseren dat dit soort dingen gebeuren. Zeker wanneer kinderen bij een scheiding betrokken zijn en ze één van de ouders niet meer willen zien. Je hebt soms maar één kwaadwillende partij nodig. Waar er één vecht, heeft er dus ook soms maar één schuld.