Een corrigerende tik
De Fransen hebben een verbod ingevoerd op de opvoedkundige of ’corrigerende’ tik. Wat ik niet wist is dat een soortgelijke wet in Nederland al sinds 2007 bestaat. Is dit verbod nu goed of slecht?
Als er wordt gesproken over een corrigerende tik of pedagogische tik, ben ik geneigd het positieve ervan in te zien. Zowel corrigeren als pedagogie associeer ik (ik ben docent) direct met een leerproces; dus positief. Kiest men voor woorden als ’lijfstraffen’ of ’slaan’, klinkt het ineens veel negatiever. En zodra tegenstanders het woord ’mishandeling’ in de mond nemen, ben je als voorstander kansloos in het debat; dus verbieden maar!
Een veelgehoord argument van de tegenstanders is dat de corrigerende tik niet meer ’van deze tijd’ is. Dit roept alleen maar meer vragen op. In wat voor tijd leven we eigenlijk? En vraagt deze tijd niet juist om een corrigerende tik? Als ik de ’ja, maar-cultuur’ van mijn leerlingen (en in toenemende mate hun ouders) moet zien als iets van deze tijd, dan weet ik het wel. Ik zou pleiten voor een generale corrigerende tik.
Enkele weken geleden werd ik door mijn buurman gevraagd ’op te treden’ tegen de overlast die hij ondervond van zijn kleinzoontje. Het zit namelijk zo. Onze garage grenst aan de tuin van mijn buurman en heeft een metalen kanteldeur, u weet wel, zo’n garagedeur die prima dienst doet als voetbaldoel. Luidruchtig zijn ze wel die metalen garagedeurdoelen. Scoren bezorgt mijn buurman geluidsoverlast. Probleem is, zijn kleinzoon wil niet luisteren. Nu heeft hij zijn kleinzoon dus verteld dat ik boos was komen klagen over het gebruik van mijn garagedeur als schietschijf. De volgende keer, zo drukte mijn buurman zijn kleinzoon op het hart, zou ’de schoolmeester’, zoals hij me noemt, de bal afpakken. Dat moest zijn kleinzoon leren!
Nu was mijn buurman niet helemaal zeker of mijn verzonnen boosheid indruk had gemaakt op zijn kleinzoon dus kwam hij me vragen of ik de volgende keer als er tegen de garagedeur werd gevoetbald even overdreven boos wilde optreden. ’Vreemde ogen dwingen’, beargumenteerde hij. Ik moest de bal maar afpakken en bij me houden. Als ik wilde, mocht ik de jongen ook wel een draai om z’n oren verkopen. Dat zou hem leren.
Een corrigerende tik dus.
Zou mijn buurman in tegenstelling tot mij wél op de hoogte zijn geweest van het wettelijke verbod op de corrigerende tik? De tik aan mij uitbesteden betekend immers dat hij gevrijwaard is voor vervolging. Of is het beramen van een corrigerende tik ook strafbaar?