De aanslag in Jeruzalem

Loliet Witteveen 19 jan 2017

Jeruzalem, 6 januari. Ik schrijf in mijn reisdagboek: ‘de continue spanningen hier zijn voelbaar. Alles zou kunnen gebeuren, een Palestijn die een bom legt of een Israëliër die begint te schieten. Het is niet gebeurd, maar het voelt alsof het hier niet ongewoon zou zijn en de mogelijkheid is voelbaar aanwezig.’

8 januari. De berichtjes stromen binnen van mensen die vragen of het goed met me gaat. Ik lees in het nieuws: ‘Aanslag Jeruzalem. Een vrachtwagen is ingereden op voetgangers en vier Israëlische militairen zijn omgekomen.’ Vervolgens lees ik dat Netanyahu deze actie verbindt aan wat er in Nice en Berlijn gebeurd is en hoe we nergens meer veilig zijn voor aanslagen van moslims.

In Jeruzalem kom je honderden orthodoxe Joden met zwarte hoeden en pijpenkrulletjes tegen en moet je je een weg zien te banen door een stoet moslims die de na het vrijdagsgebed de al-Aqsa moskee verlaten. Het islamitische gebed galmt door de straten terwijl je omhoog kijkt en een Israëlische vlag ziet wapperen. In Oost-Jeruzalem ontmoette ik een Palestijnse man, die me vertelde me over dagelijkse controles en vernederingen van Israëlische soldaten en over Israëlische nederzettingen die zich soms pal boven Palestijnse woningen bevinden. Palestijnen moeten hun straten bedekken met netten die beschermen tegen afval dat naar beneden wordt gegooid, maar niet tegen flesjes met vuil water en pis die langzaam leeg druppelen. Dezelfde Palestijnse man vertelde me hoe hij in 1968 een bom plantte die negen Israëlische soldaten verwondde. Hij moest lachen toen ik hem vroeg of hij er spijt van had en vroeg: ‘wat zou jij doen als Nederland morgen bezet zou worden?’

Ik ben er heilig van overtuigd dat geweld nooit de oplossing is, maar denk even later toch terug aan de woorden van deze man. Iemand die tijdens WOII in het verzet zat zien we als een held, maar een Palestijn die vandaag onder bezetting en onderdrukking leeft en vier Israëlische soldaten vermoordt, noemen we een terrorist. En als ik in een land op reis ben waar elke week genoeg doden vallen die nooit het nieuws halen, krijg ik nu opeens allemaal berichtjes met de vraag of het ‘wel OK is hier’. Ik hoor vaak dat dit een onoplosbaar en eeuwenoud conflict is, maar als je het mij vraagt hebben we eigenlijk geen idee wat er aan de hand is. We vertrouwen achteloos op wat we lezen, laten ons verblinden door angst en horen maar zelden de andere kant van het verhaal. En dát staat pas echt een goede oplossing in de weg.