Alles heeft een keerzijde
Als ik in de binnenstad ben als voetganger, erger ik me aan fietsers die half over de stoep fietsen en me niet voorlaten op het zebrapad.
Als ik met stadse haast door de binnenstad sjees als fietser, erger ik me dood aan voetgangers die overal lopen en niet even een momentje afstemmen met mij om over te steken. (Ja- ja? Oké, dan ga ik nu lopen en kan jij net achter mij langs. Anticipatie, mensen.)
Als ik met stadse haast door de binnenstad sjees als fietser, erger ik me ook dood aan andere fietsers. Ze kijken niet om voor ze hun hand uitsteken, maar klappen zo ineens naar links, terwijl ze hun hand wat slapjes naar links wapperen. Alsof ze een vlieg wegslaan. Lekker zuchtend en nascheldend fiets ik dan door. Idem bij de iedereen-tegelijk-groen-kruispunten: rechts gaat voohoor, roep ik dan.
Of ze staan ineens stil. Zo van; hier moet ik zijn. Nooit gekeken of degene achter hen tijd heeft om te remmen en uit te wijken. Of ze fietsen helemaal niet (Chinezen op kinderfietsen), maar rollen net zo lang uit tot ze weer een trap moeten doen en nog net niet overhellen. Wel aandoenlijk, die felgekleurde Loekies waar wij ‘t op hebben geleerd.
Als ik in de binnenstad ben als voetganger, erger ik me aan andere voetgangers. Slenteraars. Of mensen die je met een (dichte) paraplu bijna de ogen uitsteken. Ik erger me aan die eeuwige ‘Hoi! Mag ik jou misschien wat vragen?’ -‘Dat doe je al.’ ‘Zoek jij misschien nog een leuke bijb…’ – ‘NEE!’… Als ik die iPads al op tijd signaleer, kan ik er met een bocht omheen sjouwen. Soms loop ik er expres langs, zoek ik oogcontact en op het moment dat ze hun mond opentrekken met een enthousiast opgezette nepglimlach: roep ik NEE. Van binnen voel ik dan een kleine triomf.
Laten we eerlijk zijn. Dat is een baantje waarvan we hopelijk over een paar jaar zeggen: ‘Hoe bleven ze het zo lang volhouden? Wie creëerde de illusie dat ‘t de ideale bijbaan was voor jongeren die ‘communicatief vaardig’ zijn, oftewel een vlotte babbel hebben om lucht te verkopen?’ Ach, het zal wel overwaaien.
Naar Facebook bijvoorbeeld. *Pop-up chatscherm: Hoi! Ik zie dat je 16 jaar bent en in Groningen woont, zoek je de perfecte bijbaan?* En dat als je het wegklikt, er 10 nieuwe bijkomen, net als bij een virus.
Ach. Die kinderen willen ook maar gewoon iets bijverdienen, en geef ze eens ongelijk. Ik was caissière op m’n 16e. Ik heb een keer een dief staande gehouden. Hij wilde Strepsils jatten. De supermarkt is nu failliet.