Station Utrecht Centraal
Elke ochtend was het een terugkerend fenomeen op het station. Het station van het mooie stadje Utreg. Iedereen kent en iedereen ziet ze, de duiven. Welke in diverse vormen en maten langs huppelen.
Ik vroeg mij af waarom deze duiven voor – in dit geval Station Utrecht Centraal – kiezen. Aangezien ze over de mogelijkheid beschikken om te kunnen vliegen.
Dag in dag uit voorzien zij het station van hun aanwezigheid. Niet veel anders dan ik aangezien het station toentertijd de overstap was richting mijn werk. Deze duiven daarentegen zijn trouw aan Utrecht, het station en de vele perrons. Ik niet, aangezien mijn overstap daar niet meer plaatsvind. Sterker nog, ik kom er al jaren niet meer.
Duiven genieten daar van de culinaire hoogstandjes die te vinden zijn op de diverse perrons die het station rijk is. Er is geen reden voor hun om te vliegen naar andere stations die het land rijk is. Het is prima vertoeven met een verloren patatje van een gehaaste treinreiziger. Waren wij als nietige aardwormen maar zo makkelijk. Wij nemen niet snel genoegen met wat er is, of wat we hebben. De drang naar meer blijft aanwezig. Deze duiven lijken hier geen last van te hebben. Zij haasten zich niet, niet zoals menig treinreiziger.
Wanneer ik aan het einde van mijn werkdag terugkeerde naar huis, zag ik ze weer. Voor de duiven liggen er kruimels of een warm patatje klaar op het perron. Terwijl ik met tegenzin mijn maaltijd thuis nog moest voorbereiden.
Een duif trok mijn aandacht. Hij of zij was vol genot bezig aan een maaltijd. Dat was duidelijk te zien. Niet te vergeten de trots de er vanaf straalde bij het vinden van dit verloren stukje brood. De duif stond dicht bij mijn voeten. Vertoonde geen enkele vorm van angst wanneer ik bewoog. Geen kort lontje, geen zorgen voor wat komen gaat. Gewoon intens genot van het eten van het broodje en het perron wat diende als tafel. Genietend van het station in het mooie stadje Utreg, voorzien van al zijn charmes, de haast, verdriet, geluk en ongeluk.