niet ‘mijn ding’

Hilde Kema 30 nov 2016

‘Mijn ding’ is geen uitspraak voor mij.
Maar echt zeker ben ik daar niet van.
Want, om iedere dag te leren, moet je open zijn.
Ontvankelijk voor nieuwe dingen.

Toen ik net de was op wilde hangen, als een volleerd burger, knapte een knijper.
Natuurlijk probeerde ik hem nog te maken, maar een aantal seconden later viel de sok alsnog op de grond.
Om eerlijk te zijn, was ik er niet zo kapot van als de knijper.
Ik had een bijna opgelucht gevoel.
Vol van rare sensaties gooide ik de zielige brokstukken weg.

Intussen liep ik mijn nieuwe laarsjes in. De hak is iets hoger dan gedacht, dus afzien geblazen.
De halve dag al loop ik minder gracieus dan normaal. Maar goed, iets met jezelf uitdagen.

En dan begint het me te dagen.
Het is heerlijk om iets nieuws te hebben!

De opluchting na de kapotte knijper moet gekomen zijn, doordat ik ergens in mijn achterhoofd bang was nooit meer nieuwe te kunnen kopen.
Logisch. Dat is wat ‘men’ wil, toch?
Alles van net iets mindere kwaliteit maken, zodat de consument zich frequent uit kan leven.

De bank die wij hebben, is al dik 60 jaar oud. De print geeft dat ook wel een beetje weg.
Hoewel de stiksels nu af en toe een zucht laten ontglippen, ken ik niemand met een bank van dezelfde klasse.
En zo kun je doorgaan.

Pas sprak ik met een ouder echtpaar, die zeiden dat je vroeger meubels en servies uitkoos voor een leven.
Dat je doorgaans de kleding repareerde en sokken stopte wanneer er iets was versleten.
Waarom alles nu steeds anders moest, vonden ze toch bijzonder. Al dat gedoe.
Gedoe inderdaad, maar je zult nu ook wel moeten, als je het ook daadwerkelijk gebruikt.

Dat is dan weer het volgende namelijk.
In een show hoorde ik dat ‘men’ gemiddeld maar 20% van het bezit regelmatig gebruikt.
Toen ik even om me heen keek, schaamde ik me direct.
Natuurlijk hoef je een boek niet steeds te lezen,
maar alle ‘ga ik echt nog dragen’-kleding en ‘te leuk om weg te doen’-zooi vult tamelijk veel hoekjes op.

Zo is het voor de producent maar fijn dat er een brede vraag is naar nieuw.
Mensen willen nieuw, en zullen wel moeten.
En daarnaast is er een onstilbare honger naar.
Wanneer het er dan eenmaal is, geeft het niets als je het niet gebruikt, want het gemiddelde ligt op een vijfde.
En je kunt het altijd nog op internet te koop aan bieden.

Dat was voor mij en mijn drang dan weer fijn.
‘Schoenen die ik eenmaal gedragen heb, was toch niet mijn ding.’