Niemand heeft mededogen
De hond heeft tegen de box aan staan zeiken en mijn dreumes zit met manlief in het ziekenhuis. Tand door zijn lip.
Ik ren in mijn joggingbroek, ongekamd in de supermarkt en ben niet te harden. Nog geen koffie gehad. Als klap op de vuurpijl speelt mijn 8-jarige dochter vandaag voor dramaqueen. De caissière kijkt geïrriteerd omdat ik aan de kassa sta te appen dat manlief straks eerst de box moet schoonmaken. Dan zie ik vanuit mijn ooghoek dat mijn dochter tóch dat speelgoed ei nog in haar handen heeft.
In een onbewaakt moment haal ik uit. De pets op dr achterhoofd brengt een galmende stilte in de rij achter mij teweeg. Het kletterende ei rolt als oordeel terug de winkel in. Als ik wegloop hoor ik de mensen over mijn afgrijselijke opvoedmethodes fluisteren.
In de auto barst ik in huilen uit. En denk terug aan vroeger.
Ik was 15, extreem begaafd en moest eindexamen VWO doen.
Ik was het paradepaardje van de school. Dat hele eindexamenjaar heb ik mijn blaren aan de binnenkant van mijn wangen gelopen door het knarsetanden van de stress. Dat ik halverwege dat jaar in de kelder werd gesnapt op het roken van een jointje werd door de vingers gezien. School schorste mij een dag. De druk van mijn ouders nam toe.
Maar man, wat was ik ondanks alle druk en de vele uren studeren trots op mijzelf! Nooit raakte ik meer een jointje aan, ik zou slagen in het leven.
Het wiskunde-examen. Gierend van het lachen, trippend als een aap verknalde ik mijn examen. Mijn kansen verkeken. Finito. De schaamte!!! En oh, het genoegen van mijn klasgenoten…
Niemand erkende mijn enorme prestaties nog. Of de faalangst. Iedereen keek weg, maakte me belachelijk en zag niet wat er in mijn hart of achter mijn voordeur leefde.
Ik faal zelden, maar als ik faal doe ik dat goed. Ik hoor het mijzelf nog tegen mijn vriendinnen zeggen: Ik zou Nooit mijn kinderen slaan. Zelf die zeikhond niet.
Aan de kassa werd ik weer 15. Afgeschreven door mensen met een oordeel die niet verder zien dan hun neus lang of het speelgoed ei dat mijn dochter in haar handen had, groot was.
Yuri van Gelder is weggestuurd van de Olympische Spelen.
De wereld kotst op hem. Ik ben onderuit gegaan in de supermarkt met al mijn principes.
Hij is onderuit gegaan in de schijnwerpers.
En niemand heeft mededogen.